7. LOOP/ PSC/PFC Test
7.1 Meetprincipes voor foutlusimpedantie en vermoedelijke kortsluitstroom
Als een elektrische installatie voorzien is van overstroombeveiligingen,
beveiligingsschakelaars of zekeringen, moet de aardlusimpedantie gemeten
worden.
In geval van een fout moet de aardfoutlusimpedantie voldoende laag zijn (en de
vermoedelijke kortsluitstroom hoog genoeg) opdat het veiligheidssysteem binnen
een bepaald interval automatisch de voeding kan doen uitschakelen. Elk circuit
moet getest worden om te garanderen dat de waarde van de aardfoutlusimpedantie
de waarde van de geïnstalleerde overstroombeveiliging niet overschrijdt. De KEW
4140 onttrekt stroom van de voeding en meet het verschil tussen de onbelaste en
belaste voedingsspanningen. Op basis van dit verschil kan men de lusweerstand
berekenen.
TT Systeem
Voor een TT systeem is de
impedanties:
●de impedantie van de secundaire wikkeling van de vermogentransformator
●de impedanie van de fasegeleiderweerstand vanaf de vermogentransformator tot
aan de plaats van de fout
●de impedantie van de beschermgeleider vanaf de fout tot aan het
aardingssysteem
●de weerstand van het lokale aardingssysteem (R)
●de weerstand van het aardingssysteem van de vermogentransformator
Onderstaande figuur toont met een stippellijn de foutlusimpedantie voor TT
systemen.
aardfoutlusimpedantie
12
de som van de volgende