__ 22. Voegt u een schijfstation toe aan een bestaande pariteitsset? Raadpleeg voor
__ 23. Selecteer Work with device parity protection in het scherm Work with Disk
__ 24. Selecteer Include unit in device parity protection in het scherm Work with
__ 25. Verschijnt het bericht Include Device Parity Protection Failed?
__ 26. Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan voordat bescherming met
__ 27. Als aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, drukt u tweemaal op
__ 28. Selecteer in het scherm Include Disk Units in Device Parity Protection de
26
43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3
__ g. De schijfstations die u hebt geïnstalleerd moeten nu in de lijst wor-
den weergegeven. Het serienummer moet overeenkomen met het
serienummer dat u hebt genoteerd bij stap 1 op pagina 22.
Opmerking: Wanneer de schijf niet in de lijst staat, moet u controle-
ren of de schijf correct is geïnstalleerd.
__ h. Ga terug naar het scherm Work with Disk Configuration (druk twee-
maal op F12).
meer informatie over apparaatpariteit Backup en herstel
__
Ja: Ga verder met de volgende stap.
__
Nee: Wilt u een pariteitsset starten?
__
Ja: Ga naar Device parity protection in het Informatiecentrum.
__
Nee: Ga naar stap 41 op pagina 27.
Configuration.
Druk op Enter.
Device Parity Protection.
Druk op Enter.
__
Ja: Ga verder met de volgende stap.
__
Nee: Ga naar stap 28.
apparaatpariteit wordt gestart. Het opnemen van het schijfstation in
bescherming met apparaatpariteit kan mislukken door een of meer oorza-
ken:
v Als er genoeg schijfstations beschikbaar zijn voor het maken van een
nieuwe pariteitsset, dan komen de schijfstations in aanmerking voor de
bewerking Start Device Parity Protection en niet voor de bewerking
Include Device Parity Protection. Raadpleeg voor meer informatie
Backup en herstel
v Alle schijfstations in een pariteitsset moeten dezelfde capaciteit heb-
ben, met een minimum van drie of vier schijfstations en een maximum
van 10 of 18 schijfstations in de resulterende pariteitsset, afhankelijk
van het type schijfstation.
v Niet alle schijfstations die aan een geavanceerde I/O-processor zijn
gekoppeld, zijn bij het systeem aangemeld. Probeer de bewerking
opnieuw.
v Het type/model van de schijfstations worden niet ondersteund voor de
opgegeven bewerking.
F12 om terug te gaan het scherm Work with Disk Configuration.
schijfstations die moeten worden opgenomen in de pariteitsbeveiliging. Typ
een 1 in de kolom Option.
Druk op Enter.
.
.