__ 44. Wanneer het bericht Selected units have been added successfully wordt
__ 45. Ga naar stap 54.
__ 46. Selecteer Display disk configuration in het scherm Work with Disk
__ 47. Selecteer Display disk configuration status in het scherm Display Disk
__ 48. Als u meer dan een ASP hebt, stelt u de ASP (Auxiliary Storage Pool) vast
__ 49. Druk tweemaal op F12.
__ 50. Selecteer Add units to ASPs in het scherm Work with Disk Configuration.
__ 51. Geef het nummer op van de ASP waaraan u het schijfstation wilt toevoe-
__ 52. Op het scherm Confirm Add Units wordt de configuratie afgebeeld van het
__ 53. Wanneer het bericht Selected units have been added successfully wordt
__ 54. Installeer de afdekplaten van de schijfstations. Breng de lipjes van de pane-
__ 55. Installeer of sluit het voorpaneel van de systeemeenheid of de uitbreidings-
__ 56. Wanneer u over een printer beschikt, drukt u de configuratielijst af. Het is
20
43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3
Opmerking: Als u de verkeerde ASP hebt geselecteerd, drukt u dan op
F12 om uw opties te wijzigen.
Druk op Enter om door te gaan. Het toevoegen duurt een paar minuten.
afgebeeld, keert u terug naar het Hoofdmenu. (Dit doet u door driemaal op
F3 te drukken en vervolgens eenmaal op Enter.)
Configuration.
Druk op Enter.
Configuration.
Druk op Enter.
waaraan u de schijfstations wilt toevoegen.
Druk op Enter.
gen. De systeem-ASP is ASP 1.
Druk op Enter.
Opmerkingen:
a. Wanneer een even aantal schijfstations wordt toegevoegd aan een
gespiegelde ASP, worden deze automatisch spiegelbeveiligd.
b. Als de ASP gebruik maakt van gespiegelde bescherming heeft, moeten
schijfstations in paren worden toegevoegd.
systeem nadat de toevoegingen zijn voltooid.
Opmerking: Als u de verkeerde ASP hebt geselecteerd, drukt u dan op
F12 om uw opties te wijzigen.
Druk op Enter om door te gaan. Het toevoegen duurt een paar minuten.
afgebeeld, keert u terug naar het Hoofdmenu. (Dit doet u door driemaal op
F3 te drukken en vervolgens eenmaal op Enter.)
len van het schijfstation op één lijn met de sleuven in de systeemeenheid.
Duw het paneel naar achter totdat het vast zit.
eenheid.
mogelijk dat een medewerker van de Technische Dienst deze lijst later nog
eens wil raadplegen.
__ a. Meld u aan het het machtigingsniveau *SERVICE (Servicefuncties
wijzigen).
__ b. Typ strsst op de opdrachtregel van het Hoofdmenu en druk op
Enter.
__ c. Typ uw servicetoolsgebruikers-ID en wachtwoord in het scherm
System Service Tools (SST) Sign On en druk op Enter.