14
43xx-schijfstation, 71xx-uitbreidingseenheid en 71xx-schijfstationrek V5R3
__ b. Selecteer het geconfigureerd schijfstation dat u gaat vervangen
(onderbrokenstation) in het scherm Select Configured Unit to Replace.
In dit scherm moet slechts één station beschikbaar zijn.
Druk op Enter.
__ c. Selecteer het schijfstation dat u zojuist installeerde in het scherm
Select Replacement Unit. Dit station heeft de status non-configured.
Opmerking: Soms kan het een paar minuten duren voordat een
nieuw schijfstation wordt afgebeeld. Herhaal deze stap-
pen tot het nieuwe station verschijnt.
Druk op Enter.
__ d. Druk op Enter in het scherm Confirm Replace of Configured Unit om
uw keuze voor vervanging te bevestigen.
Het vervangingsproces kan een paar minuten duren. Wanneer het
proces is voltooid, wordt het scherm Work with Disk unit recovery
afgebeeld.
__ e. Druk op F3 (Exit) om terug te keren naar het scherm Work with disk
units.
__ f. Selecteer Display disk configuration in het scherm Work with disk
units.
__ g. Selecteer Display disk configuration status in het scherm Display
Disk Configuration.
De spiegelingsstatus is nu Resuming. Na voltooiing is de spiegelings-
status Active. Dit proces kan een paar minuten duren. U kunt de
voortgang van dit proces blijven volgen of u drukt een aantal keren
op F3 (Exit) om terug te keren naar het OS/400-hoofdmenu.
__ h. Installeer de afdekplaten van de schijfstations. Breng de lipjes van de
panelen van het schijfstation op één lijn met de sleuven in de
systeemeenheid. Duw het paneel naar achter totdat het vast zit.
__ i. Installeer of sluit het voorpaneel van de systeemeenheid of de
uitbreidingseenheid.
De vervanging van het schijfstation is voltooid.