3
Druk op
OK.
AUTO (standaard in P-modus, niet beschikbaar in modi A, S, M)—stelt
een ISO-snelheid in (100-200) op basis van de helderheid van de scène.
Ideaal voor het maken van gewone foto's.
ISO 80/100 (ISO 80 is standaard ingesteld in de modi A, S, M)—voor
opnamen bij daglicht bij felle zon, wanneer fijne details zijn vereist.
Ideaal voor portretten of natuuropnames.
ISO 200—voor het maken van foto's op bewolkte dagen. Ideaal als u
extra snelheid nodig hebt en niet aan fotokwaliteit in wilt boeten.
ISO 400—voor het maken van foto's in de avonduren of 's nachts als u
geen flitser mag gebruiken. Ideaal wanneer u foto's tijdens
sportwedstrijden wilt maken, of met of zonder flitser binnen wilt
fotograferen.
ISO 800 (Good)—vergroot de opnamemogelijkheden bij slechte
lichtomstandigheden of als u de flitser niet mag gebruiken. Wanneer u
de camera inschakelt, wordt automatisch de standaard
beeldkwaliteit Good
4
Druk op de Menu-knop om het menu te sluiten.
Deze instelling blijft van kracht tot u ze wijzigt of met Reset
(herstellen) (zie
42
Hoofdstuk 2
om een optie te markeren en druk vervolgens op de knop
geactiveerd (zie
pagina
48) terugkeert naar de standaardinstelling.
pagina
39).