PCM + Ontvanger
Display Functies
1
Aan/Uit-Knop. Drukken en vasthouden om uit te schakelen. Om de functies te
selecteren telkens drukken (zie hieronder).
2
Numerieke signaalsterkte-weergave: geeft een numerieke weergave van de
signaal- gevoeligheid in procenten.
3
Frequentie-/modusweergave: geeft de geselecteerde frequentie of
opspoormodus weer.
4
Links-/Rechts-Pijlen: geeft de richting van de op te sporen leiding aan, alleen in
minimum-modus beschikbaar.
5
Numeriek Display: geeft de actuele versterkingsfaktor aan. Tevens de index van
opgeslagen metingen.
6
Stroom-Modus: geeft aan, dat de stroom-modus geselecteerd is.
7
Staafdiagram: geeft signaalsterkte aan(dB of procent). Pieksignaal wordt d.m.v.
een marker weergegeven.
8
Mantelfout-zoekmodus (FF): 8K-mantelfouten opsporen met behulp van een
Radiodetection A-frame antenne.
9
Antenne-display: maximum-signaal (dubbel-horizontale-antenne) , minimum-
signaal (vertikale antenne).
10
Batterijstatus: geeft de batterijstatus aan. Bij een minimum (geen balkje) is
opsporen niet mogelijk.
11
Diepte of stroomsterkte-weergave: geeft de toepasselijke diepte of stroomsterkte
weer.
12
Mantelfout-richtingspijlen: geeft de richting aan langs de pijpleiding/kabel tot aan
de gemeten fout. In CD-modus: weergave van de signaalstroomrichting in 4/8
Hz.
13
Antenne selecteer toets / diepte & stroomsterkte: kort drukken selecteert de
max.- of min-modus, langer drukken op de toets om toegang tot Bluetooth-
Opslag te krijgen (indien geactiveert).
14
Ontvanger-gevoeligheidsregeling/bevestig en afbreken: Signaalsterkte wordt
op het staafdiagram weergegeven (geschikt is 50 %). Het apparaat wisselt