Onderhoud riemen
Riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Vervang de riem als deze versleten is. Een aantal
indicaties van een versleten riem: een gierend
geluid tijdens het draaien van de riem, de messen
die slippen tijdens het maaien, gerafelde randen en
schroeiplekken en scheuren op de riem.
Drijfriem van maaidek
vervangen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Breng het maaidek omlaag naar een maaihoogte
van 7,6 cm.
4.
Draai de bout op elk van de riemkappen los.
5.
Draai de onderste bout los waarmee de
afdekking van het maaidek is bevestigd aan het
maaidek; zie
De afdekking van het maaidek
losmaken (bladz.
6.
Verwijder het plaatmetaalscherm, zie
plaatmetaalscherm verwijderen (bladz.
7.
Verwijder de aandrijfriemkappen en de
bijbehorende bouten
Figuur 60
8.
Haal de veerspanning van de veerbelaste
spanpoelie. Zie
Figuur
Opmerking:
Gebruik de veerverwijderaar
(Toro onderdeelnr. 92-5771) om de veer van de
maaidekstang te verwijderen
9.
Verwijder de riem van de maaidekpoelies en de
koppelingspoelie.
35).
Het
36).
(Figuur
60).
62.
(Figuur
62).
10.
Bevestig de nieuwe riem rond de poelies van
het maaidek en de koppelingspoelie onder de
motor
(Figuur
1. Koppelingspoelie
2. Aandrijfriem van maaidek
g027729
1. Veerverwijderaar (Toro
onderdeelnummer
92-5771)
2. Spanpoelieveer
3. Maaidekstang
50
61).
Figuur 61
3. Veerbelaste spanpoelie
4. Veer
Figuur 62
4. Arm van spanpoelie
5. Aandrijfriem van maaidek
g036861
g028279