Algemeen overzicht
van de machine
1. Hefpedaal maaihoogtedek
2. Maaihoogtestanden
3. Transportvergrendeling
4. Bedieningsorganen
5. Rijhendels
6. Rolbeugel
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Figuur 4
7. Schokbreker
8. Veiligheidsgordel
9. Brandstoftankdop
10. Parkeerremhendel
11. Maaidek
12. Zwenkwiel
Bedieningspaneel
1. Plaats voor optioneel
aansluitpunt
2. Chokeknop
3. Gashendel
g227688
4. Urenteller
Contactschakelaar
De contactschakelaar, waarmee u de motor start en
afzet, heeft 3 standen: U
Starten van de motor (bladz.
Chokeknop
Gebruik de chokeknop om een koude motor te starten.
Gashendel
De gashendel regelt het motortoerental en zorgt voor
een continu verstelbare regeling van L
S
(Figuur
5).
NEL
Maaimesschakelaar (aftakas, PTO)
Met de maaimesschakelaar, aangeduid met het
aftakassymbool (PTO), schakelt u de aandrijving naar
de maaimessen aan of uit
Urenteller
De urenteller registreert het aantal uren dat de
motor in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als
de motor loopt. Gebruik deze tijden om regelmatig
onderhoudswerkzaamheden te plannen
12
Figuur 5
5. Aftakasschakelaar
6. Contactschakelaar
7. Locatie van schakelaar
voor optionele
verlichtingsset
, L
en S
. Zie
IT
OPEN
TART
25).
ANGZAAM
(Figuur
5).
(Figuur
g271171
tot
6).