Figuur 15
1. Veilige zone – Gebruik de
machine in deze zone op
hellingen van minder dan
15° of vlakke gebieden.
2. Gevarenzone – Gebruik
een loopmaaier en/of een
handtrimmer op hellingen
van meer dan 15° en in de
buurt van steile hellingen
of water.
3. Water
g221745
4. W = breedte van de
machine
5. Houd een veilige afstand
(tweemaal de breedte
van de machine)
tussen de machine en
landschapselementen die
gevaarlijk kunnen zijn.
Plaatsnemen in de
bestuurderspositie
Gebruik het maaidek als opstapje om de
bestuurderspositie te bereiken
1. Stap hier.
Parkeerrem gebruiken
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
De handrem inschakelen
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
23
(Figuur
16).
Figuur 16
g029797