12. Specificaties
Uitgangssignaal
Controle van het meetbereik
NL
Controleren van functionaliteit
bij aansluiting van 2 sensoren
(dubbele sensor)
54
Controleren van het ingestelde meetbereik voor bovenste/onderste afwijkin-
gen
Standaard gedeactiveerd
Redundantie
Verouderingscontrole (controle van
de sensorafwijking)
WIKA True Drift Detection
Wanneer een van de sensoren uitge-
vallen is (sensorbreuk, weerstand van
de kabel te hoog of buiten het meetbe-
reik van de sensor), is de proceswaar-
de uitsluitend gebaseerd op de
storingsvrije sensor. Zodra de storing
verholpen is, wordt de proceswaarde
weer op beide sensoren of op sensor
1 gebaseerd.
Er verschijnt via HART
melding wanneer de grootte van het
temperatuurverschil tussen sensor
1 en sensor 2 een door de gebruiker
vast te leggen waarde overschrijdt.
Deze controlefunctie signaleert alleen
een storing wanneer twee geldige
sensorwaarden vastgesteld kunnen
worden en het temperatuurverschil
hoger is dan de gekozen limietwaarde.
(Niet beschikbaar voor de sensorfunc-
tie "Verschil", omdat het uitgangssig-
naal de verschilwaarde al aangeeft).
WIKA True Drift Detection-technologie
is een specifieke sensorcombinatie
voor de continue bewaking van een
weerstandssensor.
Zodra een afwijking is waargenomen
wordt deze fout door de temperatuur-
transmitter via een HART
als diagnostische status gesignaleerd.
Een verkeerd meetpunt wordt dus
onmiddellijk en vóór de volgende
herkalibratie geïdentificeerd.
→ Raadpleeg voor technische
gegevens speciale documentatie
SP 05.26
WIKA gebruikshandleiding type T38.x
®
een status-
®
markering