12. Specificaties
Nauwkeurigheidsspecificaties
Input en output volgens IEC 62828
Type inputsensor
Gemiddelde
temperatuurcoëf-
ficiënt voor elke
verandering in
omgevingstempera-
tuur met 10 K in het
bereik -40 ... +85 °C
[-40 ... +185 °F]
Koude las
±0,1 K
(uitsluitend
met TC)
Uitgang
±0,03 % van het
meetgebied 5)
1) Referentievoorwaarden: Temperatuur: 23 °C +/-3 °C, relatieve vochtigheid: 50 - 70 %, omgevingsdruk: 86 - 106 kPa
2) Dubbele sensor uitsluitend tot 450 °C [842 °F] binnen specificatie.
3) De gespecificeerde weerstandswaarde van de sensorkabel kan afgetrokken worden van de berekende sensorweerstand. Dubbele sensor: apart
configureerbaar voor elke sensor.
4) Voor dubbele sensoren kan de verdubbelde waarde worden genomen.
5 ) Uitsluitend voor het bereik -40 ... +85 °C [-40 ... +185 °F], bovendien verdubbelt de temperatuurcoëfficiëntfout naar +/- 0,06 % van het meetgebied.
Meetgebied = geconfigureerde einde van meetbereik - geconfigureerde start van meetbereik
Uitgangssignaal
Analoge uitgang (configureerbaar)
Temperatuurlineariteit
Belasting R
A
®
Met HART
Outputgrenzen (configureerbaar)
Volgens NAMUR NE43
Klantspecifiek regelbaar
WIKA gebruikshandleiding type T38.x
Meetafwijking onder refe-
rentieomstandigheden
in overeenstemming met
IEC 62828, NE 145, geldig
bij 23 °C [73 °F] ±3 K
±0,8 K
±0,03 % van het
meetgebied
4 ... 20 mA, 2-draads
■
20 ... 4 mA, 2-draads
■
Voor RTD
Lineair ten opzichte van de temperatuur volgens
IEC 60751, JIS C1606, DIN 43760
Voor TC
Lineair ten opzichte van de temperatuur volgens
IEC 60584, DIN 43710, GOST R 8.585 - 2001
De toegestane belasting is afhankelijk van de stroomkring van de voeding.
R
≤ (U
- 10,5 V) / 0,022 A met R
A
B
Onderste grenswaarde
3,8 mA
Bovenste grenswaarde
20,5 mA
Onderste grenswaarde
3,8 ... 4,0 mA
Bovenste grenswaarde
20,0 ... 20,5 mA
Invloed
1)
van ka-
belweerstand
-
-
in Ω en U
in V
A
B
Langdurige
NL
stabiliteit na
1 jaar onder
referentie-
omstandig-
1)
heden
±0,2 K
±0,05 % van
het meetge-
bied
51