3. Transport, verpakking en opslag
3. Transport, verpakking en opslag
3.1 Transport
Controleer het instrument op eventueel veroorzaakte schade.
NL
Duidelijke schade moet onmiddellijk gemeld worden.
Als het instrument van een koude naar een warme omgeving wordt getransporteerd,
kan de vorming van condensatie storingen van het instrument tot gevolg hebben. Wacht
voordat u het instrument weer opstart tot de temperatuur van het instrument en de kamer
gelijk zijn.
3.2 Verpakking en opslag
Verwijder de verpakking pas kort voor de montage.
Bewaar de verpakking daar deze optimale bescherming biedt tijdens transport (bijv. veran-
dering van de locatie, verzending voor reparatie).
Toegelaten omstandigheden op de opslagplaats:
Opslagtemperatuur: -40 ... +85 °C [-40 ... +185 °F]
■
Vochtigheid, versie met railmontage: max. 80 % relatieve vochtigheid
■
Vochtigheid, versie met kopmontage: max. 95 % relatieve vochtigheid
■
Vermijd blootstelling aan de volgende factoren:
Direct zonlicht of nabijheid van hete objecten of storende warmtebronnen
■
Mechanische trillingen, schokken (hard neerzetten)
■
Roet, stoom, stof en corrosieve gassen
■
12
PAS OP
Beschadigingen door onvakkundig transport
Bij onvakkundig transport kan aanzienlijke materiële schade ontstaan.
▶
Bij het afladen van de verpakte goederen bij de levering en het intern
transport voorzichtig te werk gaan en de symbolen op de verpakking in
acht nemen.
▶
Bij intern transport de instructies in hoofdstuk 3.2 "Verpakking en opslag"
in acht nemen.
WIKA gebruikshandleiding type T38.x