12. Specificaties
Uitgangssignaal
Sensorfunctionaliteit dubbele
sensor
Functies bewaken
Teststroom voor controle van de
sensor (TC)
Teststroom voor controle van de
sensor (RTD)
Controle NAMUR NE89 (controle
van de leidingsweerstand)
Controle sensorbreuk
Controle weerstandssensor op
sensorkortsluiting
Zelfcontrolerend
WIKA gebruikshandleiding type T38.x
Sensor 1, sensor 2
Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de
redundant
proceswaarde van sensor 1. Als sensor 1 uitvalt,
wordt de proceswaarde van sensor 2 genomen
(sensor 2 is redundant).
Sensor 1 redundant,
Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de
sensor 2
proceswaarde van sensor 2. Als sensor 2 uitvalt,
wordt de proceswaarde van sensor 1 genomen
(sensor 1 is redundant).
Sensor 1, sensor 2
Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert altijd de
digitaal
proceswaarde van sensor 1. Indien sensor 1 uitvalt,
schakelt de transmitter over naar foutsignalering.
Proceswaarden van sensor 2 kunnen via HART
worden opgevraagd.
Gemiddelde waarde
Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de gemid-
delde waarde van de twee waarden van sensor
1 en sensor 2. Als een sensor uitvalt, wordt de
proceswaarde van de foutloze sensor genomen.
Minimum waarde
Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de minimale
waarde van de twee waarden van sensor 1
en sensor 2. Als een sensor uitvalt, wordt de
proceswaarde van de foutloze sensor genomen.
Maximum waarde
Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de maximale
waarde van de twee waarden van sensor 1
en sensor 2. Als een sensor uitvalt, wordt de
proceswaarde van de foutloze sensor genomen.
2)
Verschil
Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert het verschil
tussen sensor 1 en sensor 2. Als een sensor uitvalt,
wordt een foutsignalering geactiveerd.
Nom. 50 µA tijdens testloop, anders 0 µA
Meetstroom (afhankelijk van de sensor)
Weerstandsthermometer (3- en
4-draads)
3-draads
Thermokoppel
Configureerbaar via software
Standaard: schaal omlaag
Configureerbaar via software
Standaard: schaal omlaag
Permanent actief, bijv. RAM-/ROM-test, functiecontroles van de logische
programma's en controle van de geldigheid
Max. 50 Ω per draad
Controle van het weerstandsverschil
tussen kabels 2 & 3 en kabels 5 & 6. Er
wordt een storing wordt afgegeven als
er een verschil is van > 0,5 Ω.
R
> 10 kΩ
Lmax
NL
®
3)
53