Luisterstijl
Het geluidssignaal kan worden gewijzigd volgens uw luisterstijl. Als het beluisteren van
het geluidssignaal uw primaire activiteit is, moet u de optie instellen op Actief. Als het
beluisteren van het geluidssignaal echter een secundaire activiteit is, bijvoorbeeld in
geval van achtergrondmuziek tijdens het eten, moet de optie worden ingesteld op
Passief.
LFE-ingang
Effecten van lage frequenties worden gebruikt voor aanvullende geluidseffecten voor
films. Sommige multikanaalsmuziekreleases bevatten echter een signaal op het LFE-
kanaal. Bij het beluisteren van dit soort muziek moet de LFE-ingang dus worden
uitgeschakeld om ongewenste audio te vermijden.
Versterking van de geluidssterkte
De functie voor de geluidssterkte verhoogt het niveau van de inhoud met lage en hoge
frequentie wanneer het volume wordt verlaagd. Het maximale niveau van de hoge en
lage tonen kan worden ingesteld onder Lage tonen max. en hoge tonen max.
Merk op dat de Versterking van de geluidssterkte enkel effect zal hebben als
Geluidssterkte in het menu Geluid is geactiveerd.
Ruimtelijke controle
Met de ruimtelijke controlefunctie kunt vele aspecten van het waargenomen geluid
aanpassen, zoals de surroundinstellingen, breedte van het geluidsbeeld, ruimtelijkheid
enz.
Balans en fader: Leidt het ingangssignaal om naar verschillende uitgangskanalen
in uw luidsprekeropstelling. Als u de balans l/r bijvoorbeeld volledig naar links
instelt, zullen alle signalen worden omgeleid naar de luidsprekers in uw
opstelling die een luidsprekerrol aan de linkerkant hebben (d.w.z. links voor, links
omgeving enz.). Als u de fader a/v volledig naar links instelt, zullen alle signalen
worden omgeleid naar de luidsprekers in uw opstelling die een luidsprekerrol als
luidsprekers achter hebben (d.w.z. rechts achter, links achter enz.).
Verwerking: In veel gevallen stemt het aantal ingangskanalen in het
geluidssignaal niet overeen met het aantal luidsprekers in uw configuratie. U
hebt bijvoorbeeld twee luidsprekers, maar het ingangssignaal is van een Blu-ray
van een 7.1-kanaal. In dit geval wordt het signaal in "Downmix" naar de twee
luidsprekers gestuurd en kunt u alle componenten van het signaal horen.
Hiervoor moet u Downmix selecteren. Omgekeerd hebt u mogelijk een groot
systeem met zeven hoofdluidsprekers en een subwoofer (7.1-kanaalsysteem) en
u wilt de twee kanalen van een CD naar alle luidsprekers sturen. In dit geval
moet het signaal in "Upmix" naar alle luidsprekers worden gestuurd. True
image betekent dat de processor deze zaken dynamisch uitvoert. Als u echter
de instelling 1:1 selecteert, worden de signalen direct naar de luidsprekers
gestuurd.
Surround: Bepaalt de balans tussen het geluidsbeeld (aan de voorzijde) en de
surroundinformatie van de True Image-processor. Merk op dat de
surroundcontroller geen effect op het signaal zal hebben wanneer Verwerking is
ingesteld op 1:1 of Downmix.
Hoogte: Deze instelling bepaalt het niveau van de toevoer naar alle luidsprekers
in uw configuratie met de luidsprekerrol "hoogte". Het zal geen effect hebben op
de andere luidsprekers in uw systeem. Als de controller op het minimum is
ingesteld, zal er geen signaal naar de luidsprekers met rol "hoogte" worden
gestuurd. Als de instelling LFE-ingang naar plafond in het
menu Luidsprekergroepen is ingesteld op Ja, dan zal de hoogtecontrole het
niveau van de plafondluidspreker bepalen. In dit geval moet de
instelling Hoogte op het maximum worden ingesteld om te verzekeren dat de
51