Opmerking
Het is niet mogelijk een
begincode op de band aan
te brengen terwijl de "
" aanduiding
knippert tijdens gebruik
van de repeteerfunctie.
Opmerking
De begincodes die
eenmaal op de band zijn
vastgelegd, tijdens of na
het opnemen, kunnen
naderhand niet meer
verplaatst worden. Staat er
een begincode op een
verkeerde plaats, dan kunt
u deze slechts wissen en
op een andere plaats een
nieuwe begincode
aanbrengen.
Aanbrengen van begincodes tijdens afspelen
U kunt tijdens afspelen op alle gewenste punten
begincodes op de band aanbrengen zonder dat hierbij
de bestaande opnamen verloren gaan.
1
Druk net zovaak op de START ID • MODE toets
van de cassetterecorder tot de aanduiding "AUTO-
ID" in het uitleesvenster verschijnt (overschakelen
naar de automatische stand) of verdwijnt
(overschakelen naar de handmatige stand).
2
Druk tijdens weergave op de START ID • ENTER
toets bij het punt waar u een begincode wilt
aanbrengen.
De aanduiding "REHRSAL"
gaat knipperen wanneer u
het punt voor de begincode
bepaalt. De DAT recorder
geeft een 3 seconden lang
muziekfragment
herhaaldelijk weer, tot 16 maal achtereen
(repeteerweergave).
3
Druk op de START ID • ENTER toets terwijl de
repeteerweergave het bandgedeelte herhaalt.
In het uitleesvenster verschijnt dan even de
aanduiding "WRITE". De aanduiding "
gaat knipperen en er wordt een begincode
vastgelegd. Hierbij zal er overigens geen geluid
klinken.
Bijstellen van de plaats van een begincode
Telkens wanneer u op de = 0 of ) +
snelspoeltoets drukt na inschakelen van de
repeteerweergave, verschuift het gekozen punt voor
de begincode op de band ca. 0,3 seconde vooruit of
terugwaarts, tot een maximum van ongeveer 10
seconden in beide richtingen.
Gekozen punt voor begincode
Band
0,3
0,3
Druk op de
= 0
terugspoeltoets.
"
Druk op de ) +
vooruitspoeltoets.
Opname
35
NL