4. Start de motor niet binnen 10 seconden, draai dan de contactsleutel terug naar "UIT"
en wacht 30 seconden alvorens een nieuwe poging te ondernemen. Start elke
nieuwe poging weer vanaf stap 1.
Let op!: Laat de startmotor nooit langer dan 20 seconden continu in
bedrijf.
5. Controleer na het starten van de motor of het oliedruk- en oplaadlampje is uitgaan. Is
dit niet het geval, schakel dan direct de motor uit en onderzoek de volgende
mogelijke oorzaken.
Oliedruklampje blijft branden:
o Is het olieniveau wel op peil?
o Zit er geen stof of andere verontreinigingen in de carterolie?
o Is er geen kortsluiting en zijn er geen andere gebreken aan de bedrading?
Oplaadlampje blijft branden:
-
Is de accu wel opgeladen?
-
Is het accuzuurniveau wel op peil?
-
Is er geen kortsluiting en zijn er geen andere gebreken aan de bedrading?
Heeft u al deze zaken gecontroleerd en geen gebreken geconstateerd, neem dan contact
op met uw dealer.
6. Als de motor koud is, zal deze wat onregelmatig lopen. Naarmate de motor warmer
wordt, zal deze regelmatiger gaan lopen. Laat de motor op temperatuur komen door
zonder last de motor op half gas te laten draaien.
7. Als u de motor wilt stoppen, zorg dan dat de richtings-keuze schakelaar links aan het
stuur in de vrijstand staat. Zorg er tevens voor dat de vorken van de heftruck op de
grond rusten (dit om de hefcilinders niet onnodig te belasten en om ongelukken te
voorkomen). Draai de contactsleutel naar "UIT".
Let op!: Voor u van de heftruck afstapt, moet de versnellingspook in de
vrijstand staan en moet de handrem ingeschakeld zijn.
Nu is het veilig om van de heftruck af te stappen.
8