McCONNEL
Reiniging van de machine
1.
Houd de machine schoon en vrij van corrosieve substanties. Laat geen vuil of meststoffen op
de motor ophopen, met name ammoniumnitraat - dit kan brandgevaar veroorzaken!
2.
Zorg ervoor dat de motor is gestopt, de parkeerrem is ingeschakeld en de contactsleutel is
verwijderd, voordat u de machine schoonmaakt.
3.
Reinig de treden, pedalen en vloer. Verwijder vet, olie, stof en modder – glibberige
oppervlakken zijn gevaarlijk.
NB Als er op een verontreinigde machine fabrieks- of veldreparaties moeten worden
uitgevoerd, behouden wij ons het recht voor om het werk te weigeren of om eventuele
schoonmaakkosten in rekening te brengen.
Banden en druk
1.
Volg altijd de juiste veiligheidsprocedures bij het monteren en oppompen van banden. Zorg
ervoor dat alle gemonteerde banden geschikt zijn voor de benodigde belasting. Raadpleeg
uw bandendealer voor advies. Pomp banden nooit te hard op.
2.
Onderhoud banden veilig, controleer banden op sneden, blazen, beschadigde velgen en
ontbrekende wielmoeren, waar nodig vervangen met voorgeschreven onderdelen.
Werk niet aan banden tenzij u voldoende ervaring en de juiste apparatuur hebt.
3.
Contact met lucht onder druk kan persoonlijk letsel veroorzaken. Pomp de band alleen tot de
aanbevolen druk op, zoals vermeld in de handleiding van de bandfabrikant.
4.
Als de door de fabrikant aanbevolen inflatiedruk niet wordt opgevolgd, kan het leiden tot een
duidelijke verslechtering van de prestaties en de levensduur van de band. De
bandentoestand moet regelmatig worden gecontroleerd om te voorkomen dat het gevaarlijk
kan worden om het voertuig te gebruiken.
5.
Gebruik het voertuig niet overbelast of met onvoldoend opgepompte banden.
bandtemperaturen kunnen tot gevaarlijk hoge niveaus oplopen, waardoor scheuren en
blazen kunnen ontstaan.
6.
Wielen zijn zware voorwerpen - het verwijderen of vervangen van wielen op de as moet met
zorg worden uitgevoerd, teneinde geen schade aan de wieltapeinden te veroorzaken. Zorg
ervoor dat het voertuig goed wordt ondersteund alvorens een wiel(en) te verwijderen.
7.
Het is belangrijk om de wielmoeren met het juiste koppel en in de juiste aanhaalvolgorde aan
te trekken. De koppelwaarden kunnen op pagina 50 worden gevonden.
8.
Bij het wisselen van wielen moet u de stuurstoppen aan de voor- en achteras aanpassen om
te voorkomen dat de banden in contact komen met het chassis. Zie de instelprocedure voor
asstoppen op pagina 65.
AGRIBUGGY A280 TREKKER EENHEID
13
De