Let op: Bij het Iaden van de zender via de ingebouwde laadaansluiting mag de laadstroom niet hoger zijn dan 1 A.
De beschermings-diode in de zender voorkomt beschadiging van de electronica, als u de laad kabel verkeerd om zou gebruiken.
Na de allereerste lading (laadstroom 1/10 van de accucapaciteit) van 24 uur, is later bij lege accu's nog slechts een laadtijd van
14 uur nodig.
Mocht u de accu volgeladen hebben en de zender desondanks niet gebruiken, dan is het in ieder geval raadzaam, om de accu na
ca. 2 tot 3 weken weer op te Iaden; accu's kennen namelijk een bepaalde zelfontlading, zodat ze na een aantal weken niet meer
de volle capaciteit hebben.
Dit betekent dus dat u beter teveel dan te weinig kunt Iaden. Een overladen van de accu's -wat u kunt merken aan het warm
worden ervan -moet u in ieder geval voorkomen.
Het is in ieder geval raadzaam om, ongeacht hoe lang de zender/ontvanger heeft aangestaan, de accu's een nacht (ca. 12 uur)
met een laadstroom van 1/10 van de accucapaciteit te Iaden.
Tips om de installatie in het model in te bouwen
De direkt aan de ontvanger aangesloten 100 cm. lange draadantenne mag niet korter of langer gemaakt worden. De antenne
moet in een rechte lijn en zo ver mogelijk verwijderd van electromotoren, servo's, metalen stangen of stroomkabels gelegd
worden. Bij vliegtuigmodellen wordt de antenne via de kortste weg uit de romp geleid en naar het kielvlak gespannen
(trekontlasting inbouwen). Is de antenne langer dan de afstand tot het kielvlak, dan laat u hem als sleepantenne vrij naar beneden
uit de romp hangen, of u spant de antenne naar het stabilo.
Korter maken van de antenne kost altijd reikwijdte.
Rompen van koolstof (CFK)
Omdat de kunststof CFK radiogolven afschermt resp.de hoge frequenties dempt, adviseren wij, de ontvangerantenne bij zulke
modellen niet in of parallel aan de romp te leggen.
Servo-verlengkabel (afb.blz.22)
Het gebruik van extreem lange servokabels in grote modellen of de verbinding van meerdere servokabels in de vleugel (b.v.
rolroeren en welfkleppen apart) kan ertoe leiden, dat deze kabels als antenne gaan werken en storingen in de ontvanger
veroorzaken. Gebruikt u daarom altijd de originele gedraaide Robbe-servoverlengkabels en de originele Robbe-servo's. Bij het
gebruik van langere kabels is het raadzaam, servo-ontstoorfilters (best.nr. F 1413) aan te schaffen.
Voert u ook voor de eerste vlucht een reikwijdtetest met lopende motor uit. Een correcte inbouw moet bij ingeschoven
zenderantenne resulteren in een reikwijdte van ca. 80-1 00 meter .Is dit niet het geval, controleert u dan de installatie of
neemt u contact op met de Robbe-servicedienst.
Montage van de servo's (afb.blz.22)
Wij adviseren de inbouw van de servo's m.b.v. Robbe-servo-snelbevestigingen. Hierbij moet u de bij gesloten trillingsdempende
rubbers in de uitsparingen van de servo's aanbrengen en vervolgens in de houders plaatsen.
Robbe-servo-snelbevestigingen hebben de volgende voordelen:
Snelle montage en demontage bij het verwisselen van de servo's van het ene naar het andere model
-Eenvoudige inbouw van de bevestiging
-Optimale trillingsdemping
Bij modellen met geringe trillingsbelasting kunnen de servo's, zoals op de afbeelding getoond m.b.v. de rubbers en
bevestigingsschroeven gemonteerd worden.
Servomontage in hout (a)
1 Houtschroef
2 U-ringetje
3 Rubber
4 Holniet
5 Hout
Servomontage op aluminium, epoxy, enz. (b)
1 Moer M2,3 of M2,6
2 U-ringetje
3 Rubber
4 Holniet
5 Aluminiumplaat
6 Boutje M2,3 of M2,6
8