Keuze mixprogramma (PARA): universeel-UNIV of helicopter- HELI (afb.blz.60)
Hiermee bepaalt u, of de zender speciaal voor vliegtuigmodellen (UNIV) of helicoptermodellen (HELI) is geoptimaliseerd. Voor
beide doeleinden heeft de FC-16 een gespecialiseerd mix-programma. De mixers in deze programma's kunnen naar behoefte
gekozen en geactiveerd worden.
Omschakeling:
De omschakeling vindt plaats met de "+" en "-" toetsen.
Modelgeheugen kopieeren: (COPV) (afb.blz. 60)
Met deze functie kunnen de gegevend of instellingen uit het ene modelgeheugen gekopieerd worden naar het andere
modelgeheugen. Op deze manier is het mogelijk, om een "reservekopie" te maken of gegevens uit een CAMPac over te nemen.
U kuntkopieeren naar elk niet-actieve modelgeheugen. Het modelgeheugen, dat op het moment actief is, kan niet naar zich zelf
gekopieerd worden.
Kopieeren:
Eerst in de functie MODL (modelkeuze) uitkiezen, welk modelgeheugen gekopieerd moet worden. Functie COPY selecteren; het
nummer van het modelgeheugen knippert. Met de toetsen "+" of "-" nu het nummer van het modelgeheugen, waarnaar
gekopieerd gaat worden, kiezen. Dan de CURSOR-toets ">" indrukken, de aanduiding SET knippert. Door het gelijktijdig
indrukken van de beide DATA-toetsen wordt het kopieeren gestart; een piepgeluid betekent, dat de kopie klaar is.
Let op: behalve de naam van het model worden alle andere gegevens gewist resp. vervangen.
Geheugen voor trimmer-standen, Memory (Trim-Memory) TMEM (afb.blz.60)
Deze functie slaat op, in welke positie de trimmers onder en naast de stuurknuppels staan. Op deze manier is het mogelijk, voor
elk model de standen van de trimmers na het vliegen te bewaren. Deze opgeslagen instelling is beschikbaar, als de trimmers in
de midden posities staan. De juiste instelling van de trimmers is dus altijd de middenpositie.
Opslaan:
De trimmers zoals gebruikelijk tijdens het sturen in de gewenste posities brengen; hierna de beide DATA-toetsen tegelijk
indrukken. Een pieptoon geeft aan, dat de trimmer-standen opgeslagen zijn in het geheugen. Bij de volgende vlucht hoeft u
slechts de trimmers in de middenstand te schuiven.
Stopwatch, Timer (Timer) TIMR (afb.blz.60)
Met deze functie kunt u tijd meten. Voor het aan- en uitzetten van de stopwatch kan een extra schakelaar of de gasknuppel
gebruikt worden. De stopwatch telt op, de pieper begint 10 seconden voor het einde van de ingeprogrammeerde tijd te piepen.
Bovendien geeft de pieper iedere hele minuut aan.
Programmering: (afb.blz.62)
Functie TIMR selecteren. Met "+" de functie activeren (ACT). Met de CURSOR-toetsen de aanduiding S 1-8 laten knipperen.
Kiezen van de gewenste schakelaarcontrastekker met "+" of "-", de externe schakelaar aan deze contrastekker aansluiten. Als u
de gasknuppel wilt gebruiken om de stopwatch te bedienen, dan moet u de "+" en "-" toetsen indrukken, totdat de indicatie "C3"
verschijnt. De inbouw van de schakelaar bepaalt, in welke richting deze de stopwatch aanzet (schakelaar evt. omdraaien). Als u
de gasknuppel gebruikt om de stopwatch te starten, kunt u de inschakelrichting met de "+" of "-" toetsen veranderen; het teken
voor de indicatie "C3" verandert mee.
Als u de ">" toets indrukt, kunt u in de display de "count-down-tijd" programmeren, waarvan de laatste 10 seconden door de
pieper worden aangegeven. Met de CURSOR-toetsen kunt u het cijfer uitkiezen om deze vervolgens met de DATA-toetsen te
veranderen.
Externe trimmers (Volume) VOLM (afb.blz.62)
M.b. v. deze functie kan men kiezen, of de extern-trimmers, die voor veel functies gebruikt kunnen worden, actief zijn (pijl onder
getal) of niet (pijl boven getal). De getallen 1-8 komen overeen met de trimmer-contrastekkers 1-8. (aansluiten van de extern-
trimmers zie
blz.8).
Instellen:
Met de toetsen "+" of "-" wordt gekozen, of de trimmer actief (pijl onder getal) of niet actief is (pijl boven getal).
20