[CD-upsampling]
Hiermee converteert u de muziek-CD naar
een hogere samplefrequentie voor een betere
geluidskwaliteit in de stereomodus.
•
[Uit]: hiermee schakelt u CD-upsampling uit.
•
[88.2kHz]: hiermee verdubbelt u de
oorspronkelijke samplefrequentie.
•
[176.4kHz]: hiermee verviervoudigt u de
oorspronkelijke samplefrequentie.
[Nachtstand]
Hiermee maakt u harde geluiden zachter en zachte
geluiden harder zodat u de DVD-films met een laag
volume kunt bekijken, zonder anderen te storen.
•
[Aan]: hiermee kunt u 's nachts stil kijken.
•
[Uit]: hiermee geniet u van het dynamische
Surround Sound.
Opmerking
•
Alleen van toepassing op Dolby Digital-gecodeerde
DVD's.
Video-instellingen
1
Druk op SETUP.
»
Het menu
[Algemene setuppagina] wordt
weergegeven.
2
Druk op
om [Video-inst.] te selecteren en
druk vervolgens op .
3
Selecteer een optie en druk vervolgens op OK.
4
Selecteer een instelling en druk vervolgens op OK.
•
Druk op
vorige menu.
•
Als u het menu wilt afsluiten, drukt u op
SETUP.
[TV-systeem]
Wijzig deze instelling als de video niet goed wordt
weergegeven. Standaard komt deze instelling
overeen met de meest gebruikelijke instelling voor
TV's in uw land.
•
[PAL]: voor PAL-TV's.
•
[Multi]: voor TV's die compatibel zijn met PAL
en NTSC.
•
[NTSC]: voor NTSC-TV's.
[TV-scherm]
Hiermee selecteert u een weergaveformaat:
16
NL
om terug te gaan naar het
•
[4:3 Pan Scan]: voor 4:3-beeld. Een volledig
beeld waarvan de zijkanten zijn afgekapt.
•
[4:3 Letter Box]: voor 4:3-beeld.
Breedbeeldweergave met zwarte balken
boven- en onderaan in beeld.
•
[16:9-breedbeeld]: voor breedbeeld-TV's.
Beeldverhouding 16:9.
[Progressief]
Als u een TV met Progressive Scan aansluit op dit
apparaat, kunt u de modus Progressive Scan inschakelen.
•
[Aan]: hiermee schakelt u Progressive Scan in.
•
[Uit]: hiermee schakelt u de Progressive Scan-
modus uit.
Opmerking
•
Raadpleeg voor een gedetailleerdere beschrijving "Aan
de slag" > "Progressive Scan inschakelen".
[Kleurinst.]
Selecteer voorgeprogrammeerde kleurinstellingen
of pas de instellingen aan.
•
[Standaard]: standaardkleuren.
•
[Helder]: levendige kleuren.
•
[Zacht]: warme kleuren.
•
[Persoonlijk]: hiermee past u de kleurinstelling
aan. Stel de helderheid, het contrast, de tint en
de kleurverzadiging in en druk op OK.
[Achtergrondinst.]
Selecteer een afbeelding voor de achtergrond.
•
[Standrdafbeelding]: de standaardachtergrond
is het logo van Philips.
•
[Opgeslagen afb.]: een opgenomen videobeeld
of JPEG-foto.
•
[Huidige afbeelding]: maak een videobeeld of
JPEG-foto en sla deze op het apparaat op.
1. Speel een video of diapresentatie af.
2. Selecteer een videobeeld of foto: druk op
om te pauzeren en druk vervolgens op SETUP.
3. Ga naar de optie ([Video-inst.] >
[Achtergrondinst.] > [Huidige afbeelding]).
4. Druk op OK om te bevestigen.
»
Eén
videobeeld of JPEG-foto wordt als
achtergrond opgeslagen.
»
Als u een nieuwe afbeelding of foto opslaat,
wordt de oude vervangen.
[Component Video]
Kies de video-uitgang voor de videoaansluiting
tussen dit apparaat en de TV.
•
[Geïnterlinieerd]: Component Video-
aansluiting (Y Pb Pr).