Ⓒ
Copyright
2024 HCS Building Automation
De grootte van het regelsignaal hangt af van de bij 'VW-regelaar P-band' in te stellen proportionele band.
Bij gebruik van de integrator (alleen van belang bij analoge klepmotoren) wordt bij 'VW-regelaar I-tijd' de
integrator tijdconstante ingevuld.
Als de I-tijd op 0 staat, staat de integrator uit en wordt de integratorsom gereset.
In de functie 'VW-regelaar uitgang' staat het regelsignaal van de mengklep PI-regelaar.
Dit signaal kan gebruikt worden voor het aansturen van een analoge klepmotor.
Het P-aandeel van de regelaar wordt intern doorgekoppeld naar de 3-punt klepsturing.
6.2.10.2
Klepsturing 3-punts
Bij het bepalen van het regelsignaal voor de mengklep wordt eerst gekeken of de temperatuur afwijking
binnen de dode band valt. Is dat het geval, dan wordt de klep niet gecorrigeerd.
Deze functie is bedoeld om het regelgedrag van de klep zo rustig mogelijk te maken.
N.B.: De dode band geldt alleen voor de 3-punts klepsturing en niet voor de analoge klepsturing.
Het van de aanvoerwaterregelaar afkomstige regelsignaal wordt vertaald in open/dicht pulsen voor de
klepmotor.
Hierbij wordt de lengte van de pulsen en de lengte van de pause tussen de pulsen bepaald door het
regelsignaal en de kleplooptijd.
Een complete timercyclus (puls en pause samen) is 1/5 looptijd, de puls/pause verhouding is evenredig met
het verschil tussen aanvoer gewenst en -gemeten, gedeeld door de proportionele band.
Indien een aan/uit (dus niet-proportioneel) signaal gewenst is,kan als klep prop. band 0 worden ingevuld. De
klep wordt dan continue open of dicht gestuurd.
De ingevulde looptijd wordt begrensd tussen 60 en 600 seconden.
In de functies '3-puntsklep periodetijd' en '3-puntsklep signaaltijd' worden de puls- en cyclustimers van de
mengklepregelaar weergeven.
Deze timers worden elke mengklepcyclus opnieuw geset (zie MENGKLEP looptijd).
De mengklep regelsignalen (pulsen) voor klep dicht en klep open zijn zichtbaar bij '3-puntsklep lager' en '3-
puntsklep hoger'.
Circulatiepomp
6.2.11
Indien de uitgang van de PI-regelaar hoger is dan 0 zal de circulatiepomp ingeschakeld worden.
De nalooptimer zorgt ervoor dat de circ.pomp nog enige tijd zal blijven draaien, nadat de regeling is
uitgeschakeld.
Dit is om te voorkomen dat bij snelle temperatuurswisselingen de pomp en daarmee ook de ketelregeling
kortstondig wordt aan/uit geschakeld.
Bij 'Nalooptijd pomp gewenst' wordt de gewenste nalooptijd ingevuld, bij 'Nalooptijd pomp stand' wordt de
stand van de nalooptimer weergegeven.
De gewenste nalooptijd mag ook 0 zijn, in dat geval schakelt de circ.pomp meteen uit.
De status van de circuitpomp wordt weergegeven bij 'Circulatiepomp uitgang'.
Software Handleiding HCS6100
Software Versie 3.01.09
65