Software Handleiding HCS6100
Ⓒ
Copyright
2024 HCS Building Automation
Software Versie 3.01.09
Bij twee ongelijke zones bijv. 30% en 70%.
Door de zone wordt dit vermogen omgerekend naar een momenteel vermogen.
Dit gebeurt aan de hand van een vaste stooklijn van -15ºC/20ºC.
Deze vermogens zijn dan op een bepaald moment bijv. 15% en 44%.
De ketel-PID-regelaar sommeert van alle aangesloten zones de momentele vermogens en geeft ze weer in
bovenstaande functie.
In de ketelregelaars, die elk een ketel besturen, staat welk aandeel elke ketel heeft in het totaal geleverde
vermogen.
Bij drie gelijke ketels (bijvoorbeeld elk 33%).
Elke ketelregelaar kan hiermee bepalen welk vermogen hij heeft ingeschakeld.
Het werkelijk ingeschakelde vermogen wordt door elke ketelregelaar weergegeven.
De ketel PID regelaar sommeert van alle aangesloten ketels het ingeschakelde vermogen en geeft dit weer in
de functie REGELAAR PID SOM Ingeschakeld.
Een ketelregelaar zal vermogen bijschakelen als hij aan de beurt is in de cascade en als het ingeschakelde
vermogen kleiner dan of gelijk is aan het gevraagde PID vermogen.
Als de vermogensbegrenzer uitgeschakeld is loopt het uitgangssignaal van de PID regelaar van 0% tot 100% en
kunnen desgewenst alle ketels inschakelen.
Begrenzer inschalen
Als de vermogensbegrenzer ingeschakeld is zijn er twee mogelijkheden, afhankelijk van functie "Begrenzer
inschalen" ja of nee.
Bij de optie inschalen wordt het volle P-bereik van 0-100% ingeschaald naar het gewenste vermogen (dus in
bovenstaand voorbeeld 0-59%): Een 'zachte' begrenzing.
Dit komt overeen met het vergroten van de P-band en is nuttig voor installaties met modulerende ketels, het
regelgedrag wordt dynamisch aangepast.
Als de optie inschalen is uitgeschakeld, wordt het PID regelsignaal aan de bovenzijde begrensd door het
gewenste zonevermogen.
Het eerste stuk loopt het regelsignaal mee met de berekende PID waarde, en stopt dan: Een 'harde'
begrenzing.
In dit geval blijft de P-band onaangetast, dit is nuttig voor installaties met aan/uit of tweetraps ketels, die een
bepaald vast signaal nodig hebben om in te schakelen.
Bij ingeschakelde begrenzer zal in het voorbeeld als de tweede ketel aan staat het ingeschakelde vermogen
66% zijn, dus groter dan de maximale vraag.
Hierdoor kan de derde ketel niet inschakelen.
Externe vermogensbegrenzer
In deze functie staat de koppeling met een externe vermogensbegrenzer.
Als de externe vermogensbegrenzer staat ingeschakeld, wordt het regelsignaal van de PID regelaar aan de
bovenzijde begrensd, waardoor het ingeschakeld ketel vermogen dus niet meer kan zijn dan het ingestelde
maximale vermogen (een 'harde' begrenzing).
Hierbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat aan/uit en tweetraps ketels in stappen
inschakelen en hun vermogen dus niet precies af kunnen stemmen op het gestelde maximum.
Er kunnen daardoor (kleine) overschrijdingen voorkomen.
143