Ⓒ
Copyright
2024 HCS Building Automation
bijbehorende stand en wordt het "Gasklepstand gemeten" signaal op die waarde aan de bovenkant begrensd.
Staat het contact op "Actief", dan staat de gasklep tenminste op de bijbehorende stand en wordt het
"Gasklepstand gemeten" signaal op die waarde aan de onderkant begrensd.
Gasklep potentiometer
In deze functie wordt met een ingangsfunctie de gaskleppotentiometer of het 0-10V signaal van de ketel
ingevoerd.
Dit signaal geeft de gasklepstand terugmelding aan de regelaar.
Als dit signaal beschikbaar is, dan wordt het na inschaling en eventuele begrenzing door "Brander ready" en/of
"GK eindcontact" weergegeven als "Gasklepstand gemeten".
Als het signaal niet beschikbaar is, wordt door de regelaar een schatting gemaakt van de gasklepstand aan de
hand van het totaal van de gegeven gaskleppulsen.
Omdat het terugmeldsignaal van een gaskleppotentiometer een verschillend bereik kan hebben, moet het
eerst worden ingeschaald tussen 0% en 100%.
Dit gebeurt met deze twee functies: De uitlezing waarbij de stand van de gasklep 0% is en de waarde waarbij
de stand 100% is.
De afregelprocedure is als volgt:
•
Zet de gasklep helemaal dicht, of laat hem dicht lopen m.b.v. het DO contact.
Lees de waarde van de gaskleppotentiometer af in de functie "GASKLEP POTMETER Ingang".
•
Vul deze waarde plus een klein deel in bij de functie "Minimum".
•
•
Zet de gasklep helemaal open, of laat de ketel maximaal stoken.
•
Lees de waarde van de gaskleppotentiometer af in de functie "Gasklep potmeter gemeten".
Vul deze waarde min een klein deel in bij de functie "Maximum".
•
Door de waardes een klein stukje "af te ronden", wordt gezorgd dat de stand echt tot 0% en tot 100% kan
lopen, anders werkt de cascade niet goed.
Voorbeeld
Bij gasklep dicht geeft de gasklep potentiometeringang aan: 7.4ºC en bij gasklep vol open: 97.5ºC.
Instellingen voor de inschaling:
Gaskleppotmeter minimum = 8.0, Gaskleppotmeter maximum = 96.0.
Als minimum een hoge-, en maximum een lage waarde heeft doordat de potentiometer andersom is
aangesloten, is dat geen probleem: Bij inschaal minimum de hoge waarde invoeren en bij maximum de lage
waarde.
Deellastcascade
Deze waarden zijn alleen zichtbaar indien in het tabblad algemeen bij cascade de optie deellast is gekozen.
Als de regelaar ingesteld is op deellast regelen, moeten in deze functies de gasklepstanden worden ingevoerd
die de grenzen van het deellast (maximum rendements-) gebied aangeven, links het minimum en rechts het
maximum.
Pas op: Omdat bij maximum de volgende ketel inschakelt en bij minimum weer uitschakelt, moet het
minimum kleiner zijn dan de helft van het maximum, anders zou een tweede ketel steeds weer aan en
uitschakelen.
Deze begrenzing wordt door de regelaar uitgevoerd: Wordt een te groot minimum ingevoerd, dan wordt het
door de regelaar op 1/2 maximum gezet.
3-punts gasklep
Bij "KETM" regelen wordt naar de gasklepmotor een pulsje gegeven van een instelbare lengte, gevolgd door
een variabele pauze.
Software Handleiding HCS6100
Software Versie 3.01.09
171