Figuur 74
Geperst maaidek afgebeeld
1. Maaidek
2. Schot (enkel geperste
maaidekken)
3. Grasgeleider
4. Grasgeleiderspil
2.
Schuif de stang uit de korte afstandhouder, veer
en grasgeleiderspil
3.
Verwijder een beschadigde of versleten
grasgeleider en het schot (indien van
toepassing).
4.
De nieuwe grasgeleider monteren
5.
Schuif het rechte uiteinde van de stang door de
achterste grasgeleiderspil en het schot (indien
van toepassing).
6.
Plaats de veer op de stang, met de einddraden
omlaag, tussen de spillen van de grasgeleider.
7.
Schuif de stang door de tweede grasgeleiderspil
(Figuur
74).
8.
Schuif de stang bij de voorzijde van de
grasgeleider door de korte afstandshouder op
het maaidek.
9.
Bevestig de achterzijde van de stang aan de
maaier met een moer (⅜"), zoals geïllustreerd
in
Figuur
74.
Belangrijk:
De grasgeleider moet onder
veerspanning omlaag worden gehouden. Til
de grasgeleider omhoog om te controleren
of deze volledig omlaag klapt.
5. Stang
6. Veer
7. Moer (⅜")
8. Korte afstandshouder
(Figuur
74).
(Figuur
Reiniging
De onderkant van het
maaidek reinigen
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik
Belangrijk:
reinigingsmiddel en water wassen. Was de
machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik
niet te veel water, vooral niet in de buurt van het
bedieningspaneel, onder de stoel en rond de
motor, de hydraulische pompen en de motors.
Nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u
de onderkant van het maaidek telkens wassen om
te voorkomen dat er zich gras verzamelt. Hierdoor
wordt gras beter fijn gemaakt en het maaisel beter
g298422
verstrooid.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de messchakelaar uit en zet
de rijhendels naar buiten in de P
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Bevestig de slangkoppeling aan de
wasaansluiting van de maaimachine en draai de
waterkraan helemaal open
Opmerking:
van de wasaansluiting om de koppeling
gemakkelijker te bevestigen en de O-ring te
beschermen.
74).
1. Wasaansluiting
2. Slang
4.
Zet het maaidek in de laagste maaistand.
5.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en start
de motor.
52
U kunt het voertuig met een mild
(Figuur
Smeer vaseline op de O-ring
Figuur 75
3. O-ring
4. Snelkoppeling
.
ARKEERSTAND
75).
g020098