Flitsercompensatie—bepaalt de helderheid van de flitser (+0,5, +1,0,
-0,5, -1,0). U dient zich binnen het flitsbereik te bevinden. Niet
beschikbaar als de flitserinstelling op Off (uit) staat.
ISO—bepaalt de gevoeligheid van de camerasensor (100, 200, 400, 800).
Hogere instellingen zijn gevoeliger voor licht, maar kunnen ongewenste
ruis veroorzaken in een foto. U kunt ISO 800 alleen gebruiken als het
fotoformaat op 1,7 MP is ingesteld. (Zie
pagina
26.)
Instellingen gelden alleen in de modi P, A, S, M en C
Instellingen die u in de modi P, A, S en M verandert, worden alleen toegepast
op foto's die in deze modi worden gemaakt. Instellingen die u in de C-modus
verandert, worden alleen toegepast op foto's die in deze modus worden
gemaakt.
Als u bijvoorbeeld in de modi P, A, S, en M de kleurmodus wijzigt naar sepia,
behouden de auto- en scènemodus hun standaardinstelling voor kleur.
OPMERKING: De instellingen, waaronder die van de flitser, blijven actief voor de modi P, A en S,
zelfs wanneer u een andere modus instelt of de camera uitzet. Gebruik de optie
Reset to Default (herstellen naar standaardinstellingen) (zie
P, A, S, M, en C terug te zetten naar de standaardinstellingen.
Met het keuzewieltje de instellingen van de modi P, A, S,
en M wijzigen
1 Zet de keuzeschakelaar in de modi P, A, S, M, of C.
De modusopties worden weergegeven.
Keuzewieltje
Draai om de cursor
te bewegen of de
instellingen te
veranderen.
Druk om de
instellingen
te openen of op
te slaan.
Foto's en video's maken
Picture Size (fotoformaat),
pagina
29) om de modi
17
NL