5
Gebruik de cijfertoetsen om de tijd
in te voeren.
6
Druk op
OK
• De instelling wordt opgeslagen.
3.7
Wat is de wachtstand
(of standby modus)?
Als uw telefoon niet wordt gebruikt staat het
toestel in de wachtstand. In de wachtstand
toont het display de handsetnaam, het
nummer van de handset, het signaalsymbool,
en het batterijsymbool.
Opmerking
Als de telefoon enkele seconden niet
gebruikt wordt, gaat de verlichting van het
scherm uit. Als de telefoon gedurende 20
seconden niet wordt gebruikt, wordt de
modus met de digitale
SCREENSAVER
tijdsaanduidingen geactiveerd.
3.8
Controle van de
signaalsterkte
Het signaalsymbool
verbinding van uw handset met het
basisstation. Als het symbool continu
oplicht, zijn de handset en het basisstation
verbonden. Als het symbool knippert, zijn
de handset en het basisstation niet
verbonden.
Als u te ver van het basisstation
verwijderd bent terwijl u de handset
gebruikt, hoort u een waarschuwingstoon
dat uw handset bijna buiten het bereik van
het basisstation is. Ga dichterbij het
basisstation staan om te voorkomen dat
de verbinding verbroken wordt.
14
.
toont de
Opmerking
Als de verbinding verbroken is, kunt u
niet bellen en geen gesprekken
ontvangen. Ook kunnen de meeste
functies van de telefoon niet gebruikt
worden.
3.9
Handset(s) zoeken
_
1
Druk op
• Alle handsets die bij het basisstation
zijn aangemeld worden gebeld.
_
2
Druk op
de oproep te stoppen.
• Het bellen naar de handset stopt.
OF
Druk op een willekeurige toets op
de handset om het zoeken naar
handsets to stoppen (als u op
drukt, wordt alleen de oproep voor
die handset gestopt).
op het basisstation.
op het basisstation om
Beginnen
STIL