Online-telefoonboeken
Filters
Met de filters definieert u criteria waarmee in de LDAP-databank op bepaalde vermeldingen
wordt gezocht. Een filter bestaat uit ten minste één zoekcriterium. Een zoekcriterium bevat het
opvraagverzoek voor een LDAP-attribuut.
Voorbeeld: sn=%
Het attribuut sn staat voor de achternaam. Het procentteken (%) is een wildcard voor de
invoer van de gebruiker.
Regels voor het definiëren van filters:
•
Meerdere criteria kunnen met logische EN- (&) resp. OF-operators (|) worden verbonden.
•
De logische operators "&" en "|" worden vóór de zoekcriteria geplaatst.
•
Het zoekcriterium moet tussen haakjes worden geplaatst, en de volledige uitdrukking moet
nogmaals met een haakje worden afgesloten.
•
EN- en OF -bewerkingen kunnen gecombineerd worden.
Voorbeelden:
EN-bewerking:
OF-bewerking:
Gecombineerde
bewerking:
Informatie over attributen
Naamfilter
Met het naamfilter wordt bepaald, welk attribuut voor het zoekproces wordt gebruikt.
Voorbeeld:
(displayName=%). Het procentteken (%) wordt vervangen door de naam of gedeeltelijke
naam die door de gebruiker wordt ingevoerd.
Als de gebruiker bijvoorbeeld de letter "A" invoert, worden alle vermeldingen in de LDAP-
databank doorzocht waarvan het attribuut displayName met "A" begint. Als de gebruiker
vervolgens een "b" invoert, worden vermeldingen gezocht waarvan de displayName met
"Ab" begint.
56
(& (givenName=%) (mail=%))
Zoekt naar vermeldingen waarvan de voornaam en e-mailadres met de
tekens beginnen die door de gebruiker zijn ingevoerd.
(| (displayName=%) (sn=%))
Zoekt naar vermeldingen waarvan de weergegeven naam of achternaam
met de tekens begint die door de gebruiker zijn ingevoerd.
(|(& (displayName=%) (mail=%))(& (sn=%) (mail=%)))
Zoekt naar vermeldingen waarvan de weergegeven naam en e-mailadres
of de achternaam en mailadres met de tekens beginnen die door de
gebruiker zijn ingevoerd.
pag. 58