8.7. Bedieningsfuncties bloeddrukmeting
8.7.1. Bedieningsfuncties A-BPM
Wanneer A-BPM wordt gestart, wordt de bloeddruk gemeten
volgens de vooringestelde parameters.
Stel de ingebouwde klok en beginwaarde voor drukregeling in
voordat u de meting uitvoert, omdat A-BPM ze gebruikt.
Raadpleeg "8.2.2. De klok en de bewakingsfunctie voor
metingen" en "8.3. Vooringestelde A-BPM-programma's".
Wanneer de recorder wordt verwijderd, stelt u de AUTO -schakelaar
in op "OFF".
Als de recorder wordt verwijderd tijdens A-BPM en de manchet
weer wordt opgeblazen bij de volgende starttijd, kan de
manchet breken. Wanner A-BPM wordt voortgezet, stelt u de
AUTO -schakelaar in op "ON".
Het teken
Handmatige bloeddrukmeting kan worden uitgevoerd tijdens de
A-BPM-wachtmodus.
Het meetresultaat van de handmatige bloeddrukmeting kan
worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer A-BPM wordt stopgezet, wordt de foutcode
weergegeven in de OLED en wordt deze in het geheugen
opgeslagen.
A-BPM starten
Stap 1. Stel de AUTO -schakelaar in op "ON".
Stap 2. Het symbool
A-BPM wordt gestart.
Opmerking
wordt weergegeven terwijl A-BPM wordt gebruikt.
wordt weergegeven in de OLED en LCD.
69
E07