Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Overbelastingsbeveiliging Van De Motor - Mitsubishi Electric 700 Series Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 700 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

BIJLAGE
A.2.4 Overbelastingsbeveiliging van de motor
De FR-A740 frequentieomvormers beschikken over een UL-gecertificeerde interne elektronische motorbeveiligings-
functie.
Als u de stroominstelling van de elektr. motorbeveiliging als overbelastingsbeveiliging van de motor gebruikt, stelt u bij
parameter Pr.9 Stroominstelling voor elektr. motorbeveiliging de nominale motorstroom in.
De onderstaande afbeelding toont de karakteristieken van de overbelastingsbeveiliging van de motor.
Pr. 9 = 50 % van de
nominale stroom van de
*3
of meer
Outputvermogen van de frequentieomvormer
(% van de nominale outputstroom van de frequentieomvormer)
PAS OP
De werking van de elektronische motorbeveiliging wordt bij het resetten van de frequentieomvormer door het uit- en weer inschakelen
van de stroomvoorziening of door het schakelen van het RESET-signaal gereset. Vermijd daarom het onnodig resetten en
uitschakelen van de frequentieomvormer.
Als meerdere motoren op één frequentieomvormer zijn aangesloten, is een voldoende thermische motorbeveiliging niet gegarandeerd.
In dit geval dient de interne motorbeveiligingsschakelaar te worden uitgeschakeld. De thermische motorbeveiliging moet dan door een
externe motorbeveiliging (bijvoorbeeld PTC-elementen) worden gewaarborgd.
Bij een groot verschil in vermogen tussen frequentieomvormer en motor en een kleine parameterwaarde is een voldoende thermische
motorbeveiliging niet gegarandeerd. De thermische motorbeveiliging moet dan door een externe motorbeveiliging (bijvoorbeeld PTC-
elementen) worden gewaarborgd.
De thermische motorbeveiliging van speciale motoren moet door een externe motorbeveiliging (bijvoorbeeld PTC-elementen) worden
gewaarborgd. PTC-elementen) worden gewaarborgd.
18
Pr. 9 = 100 % van de nominale stroom
*1, 2
van de frequentieomvormer
*3
of meer
Motorbeveiliging actief
Bereik rechts van de
karakteristiek
Normale werking
Bereik links van de
karakteristiek
Verloop van de curve bij
gedeactiveerde
motorbeveiliging
(Pr. 9 = 0 (A))
Overbelastings
beveiliging
transistor
De
motorbeveiligingsfunctie
frequentie en de motorstroom. In afhankelijkheid van
deze beide factoren en de nominale motorstroom zorgt
de elektronische motorbeveiliging voor het activeren
van de beveiligingsfuncties bij overbelasting.
Bij gebruik van een extern beluchte motor dient u
parameter 71 in te stellen op een van de waarden „1, 13
tot 18, 50, 53 of 54" om het volledige instelbereik van
het toerental te kunnen benutten zonder thermische
declassering
van
de
parameter 9 ingesteld op de nominale stroom.
*1
Geldt voor een instelling van 50 % van de nominale stroom van de
frequentieomvormer.
*2
Dit percentage heeft betrekking op de nominale outputstroom van de
frequentieomvormer en niet op de nominale motorstroom.
*3
Deze karakteristiek geldt ook bij de keuze van een extern beluchte
motor en het gebruik bij een frequentie van 6 Hz of meer.
registreert
de
motor-
motor.
Aansluitend
wordt

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fr-a700

Inhoudsopgave