1. Grasgeleider
2. Stang van grasgeleider
11.
Gebruik de moer om de keerplaat te monteren
aan de stang van de grasgeleider. Gebruik
hierbij de buitenste opening in de keerplaat
(Figuur
15).
12.
Monteer het maaidek; zie
(bladz.
53).
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken die persoonlijk letsel of materiële
schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke
ongelukken te voorkomen.
•
Geef uw volledige aandacht als u de machine
gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig
bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders
kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom
worden beschadigd.
•
Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder
de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Contact met het mes kan leiden tot ernstig
lichamelijk letsel. Zet de motor af, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. Wanneer u de sleutel
naar UIT draait, moet de motor afslaan en moet
het mes stoppen. Als dit niet het geval is, mag
u de machine niet verder gebruiken en moet u
contact opnemen met een erkende servicedealer.
Figuur 15
3. Moer
4. Keerplaat
Het maaidek monteren
•
Gebruik de machine uitsluitend als het zicht goed
is en bij geschikte weersomstandigheden. Gebruik
de machine niet als er kans op bliksem is.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
de maai-eenheden. Blijf uit de buurt van de
afvoeropening.
•
Maai niet als de grasgeleider in de geheven stand
staat, verwijderd is of gewijzigd is, tenzij een
grasvanger of mulchset gemonteerd is en goed
werkt.
•
Maai uitsluitend in de achteruitstand, als dat
strikt noodzakelijk is. Kijk altijd naar beneden en
achterom voordat u achteruitrijdt.
•
Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen en andere objecten die
het zicht kunnen belemmeren.
g297046
•
Stop de maaimessen als u niet daadwerkelijk
maait.
•
Als de maaimachine toch een voorwerp raakt en
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
de contactsleutel verwijderen (indien de machine
hiermee is uitgerust) en wachten totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de machine op beschadiging controleert.
Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
•
Verminder uw snelheid en wees voorzichtig
als u een bocht maakt of wegen en voetpaden
oversteekt met de machine. Verleen altijd
voorrang.
•
Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen
zakken.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
– Wacht tot alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
•
Laat de motor enkel draaien in goed
verluchte omgevingen. Uitlaatgassen bevatten
koolstofmonoxide, dat dodelijk is bij inademing.
•
Als u de machine verlaat, laat deze dan niet
draaien.
•
Bevestig materiaal dat wordt gesleept uitsluitend
aan het sleeppunt aan de machine.
•
Gebruik de machine niet tenzij alle schermen en
veiligheidsvoorzieningen zoals de geleiders en de
volledige grasvanger op hun plaats zitten en goed
werken. Vervang versleten of kapotte onderdelen
indien nodig.
19