Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
Mogelijke oorzaken
F25
De kwaliteit van het voedingswater is heel slecht (geleidbaarheid ≥ 65 µS/cm).
Bij gebruik van de interne opslagtank:
Er werd water van een ontoereikende
kwaliteit, bijv. leidingwater, gebruikt.
Bij gebruik van een waterbehandelingsinstallatie van MELAG:
MELAdem 40:
Het mengbedharspatroon is opgebruikt.
MELAdem 47/53:
Het mengbedharspatroon, de voor- of
actieve koolfilter is opgebruikt.
F28
De spanning van de batterij in het
apparaat is te laag.
F29
Gegevensverlies in apparaatintern
geheugen. De apparaatinterne batterij
heeft een te lage spanning.
F31
In de vacuümtest werd de toegelaten
maximale druk na het bereiken van de
evacuatiedruk overschreden (groot lek).
De steriliseerkamer is te warm of te
vochtig.
De deurdichting en/of het dichtingsvlak
aan de steriliseerkamer is vervuild of de
deurdichting is defect.
De deurdichting werd niet correct
geplaatst.
Wat kunt u doen?
Ledig en reinig de rechtse kamer van de interne
opslagtank (voedingswaterzijde) en vul die met
water van overeenkomstige kwaliteit
(DIN EN 13060, Bijlage C).
MELAdem 40/53/53 C:
Vervang het mengbedharspatroon van de
MELAdem 40 in overeenstemming met de
bijbehorende bedieningsaanwijzing.
MELAdem 47:
Vervang de mengbedharspatronen en evt. de voor-
en actieve koolfilter van de MELAdem 47 in
overeenstemming met de bijbehorende
bedieningsaanwijzing. Ledig de druktank indien
mogelijk tot de helft en wacht tot de druktank
opnieuw is gevuld. Bij een lege druktank duurt het
ca. een uur om die te vullen.
TIP: Ook na het vervangen van de filter kan de
melding nog zolang weergegeven worden tot het
restwater uit de druktank is opgebruikt.
Laat de batterij door een geautoriseerde
klantendienst/technicus van de vakhandel
vervangen.
1.
Bevestig de storingsmelding en stel vervolgens
de datum en het tijdstip opnieuw in, zie
en uur instellen
[} pagina 19].
2.
Start het programma opnieuw.
Laat de autoclaaf afkoelen en wrijf de
steriliseerkamer met een pluisvrije doek droog.
TIP: Voor een succesvolle vacuümtest moet de
steriliseerkamer droog en koud zijn.
Controleer de deurdichting en het dichtingsvlak
aan de steriliseerkamer op vervuilingen en
vreemde voorwerpen en reinig ze eventueel.
Controleer de deurdichting op defecten en vervang
die indien nodig, zie
Deurdichting vervangen
[} pagina 44].
Controleer of de deurdichting correct is geplaatst,
zie
Deurdichting vervangen
de deurdichting zodanig in de groef dat het brede
dichtingsvlak naar de steriliseerkamer wijst.
12 Bedrijfsstoringen
Datum
[} pagina 44]. Plaats
57
Advertenties
Inhoudsopgave
