Figuur 92
1. Voetpedaal
2. Pen voor de maaihoogte
6. Plaats de maaihoogtepen in de maaihoogtestand van
7,6 cm.
7. Ontgrendel de transportvergrendeling en laat het dek
zakken tot de gewenste maaihoogte.
8. Breng het uitwerpkanaal omhoog.
9. Meet aan beide zijden van het maaidek vanaf het
horizontale oppervlak tot de voorste punt van het
maaimes (punt A). De afstand moet 7,6 cm bedragen
(Figuur
93).
Figuur 93
1. Afstand van 7,6 cm bij A is
juist
2. 8,3 cm bij B is juist
3. Transportvergrendeling
3. Meet hier vanaf de punt
van het mes tot aan het
harde oppervlak
4. Meet bij punt A en B aan
beide zijden
10. U kunt de stelmoer op de hefinrichting van het voorste
maaidek draaien om deze nog nauwkeuriger in te
stellen
(Figuur
94).
Om te verhogen draait u de schroef rechtsom en om te
verlagen draait u de schroef linksom.
2
1
G012430
1. Stelmoer
2. Contramoer
11. Als de afstellingen van de koppelingen van het voorste
maaidek niet voldoende is om de maaihoogte goed in
te stellen, kunt u de enkelpuntsafstelling gebruiken om
de afstelling nauwkeurig uit te voeren.
12. Om het enkelpuntssysteem af te stellen, moet u de
twee bouten onderaan de maaihoogteplaat losdraaien.
Zie
Figuur
95.
62
3 4
2
1
Figuur 94
3. Afstelling achterste
maaidek
4. Afstelling voorste maaidek