7. Als de machine een afwijking naar links heeft, draai
dan de bouten los en pas de rechter aanslagplaat op de
rechter T-sleuf aan tot de machine recht rijdt.
8. Zet de aanslagplaat vast.
Figuur 65
Linkerrijhendel afgebeeld
1. Rijhendel
2. Bout
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Maandelijks
(houd hierbij de kortste periode aan)
De juiste bandenspanning voor de achterbanden is 0,9 bar.
Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige
maairesultaten. De bandenspanning kan het best bij koude
banden worden gecontroleerd.
Opmerking: De voorbanden zijn semi-pneumatisch en
hoeven niet op spanning te worden gehouden.
g019756
3. Aanslagplaat
De wielmoeren controleren
Controleer de wielmoeren en draai ze vast met een torsie van
122 tot 129 Nm.
Sleufmoer van wielnaaf
controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100 bedrijfsuren
Om de 500 bedrijfsuren
Zorg ervoor dat de torsie op de sleufmoer 286 tot 352 Nm
bedraagt.
Opmerking: Gebruik geen anti-seize op de wielnaaf.
1. Sleufmoer
49
Figuur 66
Figuur 67