Gebruik van de Brandstofklep
De brandstofafsluitklep bevindt zich onder de stoel. Beweeg
de stoel naar voren om erbij te kunnen.
Sluit de brandstofafsluitklep tijdens transport, onderhoud
en opslag.
Controleer of de brandstofafsluitklep geopend is voordat u
de motor start.
1
2
G008948
1. Aan
De motor starten en stoppen
Motor starten
1. Klap de rolbeugel omhoog en zet deze vast; neem
vervolgens plaats op de bestuurdersstoel en doe de
veiligheidsgordel om.
2. Zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand.
3. Stel de parkeerrem in werking; zie
werking stellen (bladz.
4. Zet de aftakasschakelaar in de stand Uit
5. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam en Snel.
Figuur 17
2. Uit
Parkeerrem in
20).
(Figuur
A
C
D
6. Draai het contactsleuteltje naar de stand Start
16). Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat.
Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet
langer dan 5 seconden in werking. Als de
motor niet wil starten, moet u na elke poging
de motor 15 seconden laten afkoelen. Indien u
deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor
doorbranden.
Opmerking: Er kunnen meerdere startpogingen
nodig zijn als u de motor voor de eerste keer start nadat
er helemaal geen brandstof in het brandstofsysteem
heeft gezeten.
18).
1. Uit
2. Lopen
22
B
D
Figuur 18
G008947
Figuur 19
3. Start
g027336
(Figuur