1. Schakel de aftakasschakelaar uit en draai het
contactsleuteltje naar de stand Uit. Zet de hendels in
de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking. Verwijder het sleuteltje.
2. Draai de vrijgavehendels verticaal om de machine te
duwen. Hierdoor kan de hydraulische vloeistof worden
omgeleid zodat de wielen kunnen draaien
3. Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine gaat
duwen.
Figuur 36
1. Verticaal om de machine
te duwen
4. Draai de vrijgavehendels horizontaal om de machine
te gebruiken
(Figuur
Zijafvoer gebruiken
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende grasgeleider,
die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert.
(Figuur
2. Horizontaal om de
machine te gebruiken
36).
GEVAAR
Als de grasgeleider, afsluiter van de afvoer of de
grasvanger niet op de juiste plaats zijn gemonteerd,
is er gevaar voor contact met de messen of
uitgeworpen voorwerpen voor uzelf en anderen.
Contact met het draaiende maaimes en uitgeworpen
36).
voorwerpen kan lichamelijk of dodelijk letsel
veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Een beschadigde grasgeleider
moet direct worden vervangen.
• Steek nooit handen of voeten onder het maaidek.
• U mag het uitwerpgebied en de maaimessen
niet reinigen tenzij u de aftakasschakelaar hebt
uitgeschakeld, het contactsleuteltje naar de
stand Uit hebt gedraaid en het sleuteltje hebt
verwijderd.
• Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
30