Panoramabeelden maken [PANORAMA]
B
CAMERA MENU PANORAMA
Panoramaopnamen stelt u in staat een panoramafoto te maken met behulp van de
OLYMPUS Master 2-software op de meegeleverde CD-ROM.
De scherpstelling, de belichting (blz. 14), de zoomstand (blz. 19) en [WB] (blz. 25) worden vastgezet
bij het eerste beeld.
De flitser (blz. 19) is vast ingesteld op de stand $ (FLASH OFF).
1 Gebruik klmn om de richting te selecteren waarin de beelden worden gecombineerd.
2 Druk op de ontspanknop om het eerste beeld te maken en kadreer dan de tweede opname.
●
Het deel van het vorige beeld waar het beeld wordt samengevoegd met het volgende beeld blijft niet
zichtbaar in het beeld. U moet onthouden hoe dat deel van het beeld eruit ziet en het volgende beeld zo
kiezen dat het dat deel overlapt.
3 Herhaal stap 2 tot u het gewenste aantal beelden hebt genomen, en druk op de knop B als u klaar bent.
Als de markering g wordt weergegeven, kunt u geen bijkomende opnamen meer maken.
Panoramaopnamen zijn mogelijk tot maximaal 10 beelden.
Raadpleeg de Help van OLYMPUS Master 2 om panoramabeelden te maken.
Selectie van het scherpstelgebied [AF MODE]
B
CAMERA MENU AF MODE
Submenu 2
FACE DETECT
iESP
SPOT
AF TRACKING
Voor sommige onderwerpen verschijnt het kader niet of niet onmiddellijk.
*1
Blijven scherpstellen op een bewegend onderwerp (AF Tracking)
1 Beweeg de camera tot het autofocusteken op het onderwerp is gericht en druk op l.
2 Wanneer de camera het onderwerp herkent, volgt het autofocusteken de bewegingen van het
onderwerp automatisch zodat er voortdurend op wordt scherpgesteld.
3 Om de volgfunctie te annuleren, drukt u op l of op een andere knop.
Afhankelijk van het onderwerp of de opnameomstandigheden, is het mogelijk dat de camera de focus
niet kan vergrendelen of er niet in slaagt de bewegingen van het onderwerp te volgen.
Als de camera er niet in slaagt de bewegingen van het onderwerp te volgen, licht het autofocusteken rood op.
26 NL
Deze functie wordt gebruikt als u foto's wenst te maken van mensen (de camera detecteert
een gezicht automatisch en er verschijnt een kader). Druk de ontspanknop half in; als het
*1
gezicht scherpgesteld is, verschijnt het groene autofocusteken. Het oranje focusteken geeft
aan dat op een ander gebied dan het gezicht scherpgesteld is.
Hiermee kunt u de foto kadreren zonder u zorgen te maken over de scherpstelpositie. De camera
zoekt het onderwerp waarop moet worden scherpgesteld en stelt de scherpstelling automatisch in.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het autofocusteken.
De camera volgt automatisch de bewegingen van het onderwerp zodat er voortdurend op
wordt scherpgesteld.
Toepassing
E : P h s
E : P h s