9.
Verwijder de zes bouten waarmee de
kettingwielaandrijving gemonteerd is
61).
10.
Verwijder de kettingwielaandrijving en gooi deze
weg
(Figuur
61).
11.
Reinig het montagevlak van de kettingwielaan-
drijving op de sleuvengraver
12.
Schuif de nieuwe kettingwielaandrijving op de
as
(Figuur
61).
Belangrijk:
De pijl op het oppervlak van de
kettingwielaandrijving moet zichtbaar zijn
van de rechterkant van de sleuf, en moet in
de richting van de klok wijzen, zo niet, draai
de kettingwielaandrijving dan om.
13.
Draai de zes bouten van de kettingwielaandrij-
ving handvast
(Figuur
14.
Draai de bouten langzaam vast, ga hierbij
steeds rond de kettingwielaandrijving totdat alle
bouten zijn aangetrokken met 129 tot 155 N·m.
Belangrijk:
Trek alle bouten eerst half aan,
ga alle zes bouten af, ga dan nogmaals langs
de bouten en trek ze volledig aan.
15.
Plaats de graafketting over de aandrijfas van
de schroef en op de kettingwielaandrijving,
verzeker dat de graaftanden naar voren wijzen
op de bovenkant van de graafarm.
16.
Plaats het bovenste deel van de ketting op de
graafarm, trek de ketting dan om de rol aan het
uiteinde van de graafarm.
17.
Schroef de instelbout in de graafarm totdat de
ketting aan de onderkant van de graafarm 3,8
tot 6,3 cm speling heeft.
18.
Draai de contramoer tegen de instelbout en
draai deze vast tegen de graafarm.
19.
Draai de 2 bouten en moeren van de graafarm
aan met 183 tot 223 N∙m.
20.
Monteer de afvoerschroef met de bout en moer
die u eerder hebt verwijderd.
Opmerking:
Draai de bout en de moer aan
met 102 N∙m.
(Figuur
(Figuur
61).
61).
Reiniging
Vuil van de machine
verwijderen
Belangrijk:
Als u de motor gebruikt met een
verstopt grasscherm, vuile of verstopte koelribben
en/of verwijderde koelschermen, zal dit leiden
tot beschadiging van de motor als gevolg van
oververhitting.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking (indien van
toepassing) en laat de hydraulische hefinrichting
neer.
2.
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat
de motor afkoelen.
3.
Veeg het vuil van het luchtfilter.
4.
Gebruik een borstel of een blazer om opgehoopt
vuil op de motor te verwijderen.
Belangrijk:
U kunt vuil beter eruit blazen dan
eruit wassen. Als u toch water gebruikt, zorg
er dan voor dat er geen water in de buurt van
het elektrische en het hydraulische systeem
komt. Gebruik geen hogedrukreiniger.
Hogedrukreiniging kan het elektrische en
hydraulische systeem beschadigen of de
smering aantasten.
5.
Verwijder vuil van de oliekoeler.
46