INSTALLATIE
Storingen verhelpen
14. Storingen verhelpen
Info
Bij temperaturen onder -15 °C kan de veiligheidstempe-
ratuurbegrenzer activeren. Het toestel kan al bij opslag of
bij het transport aan deze temperaturen zijn blootgesteld.
Storing
Oorzaak
Het water wordt niet
De veiligheidstempera-
warm.
tuurbegrenzer is geacti-
veerd, omdat de regelaar
defect is.
De veiligheidstempera-
tuurbegrenzer is geacti-
veerd, omdat de tempera-
tuur lager is dan -15 °C.
Een verwarmingselement
is defect
De snelopwarming scha-
kelt niet in.
De veiligheidsklep
De klepzitting is vuil.
druppelt na, wanneer
de verwarming is uit-
geschakeld.
1 Resettoets van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
15. Onderhoud
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Scheid alle polen van het toestel van de netspanning voor
aanvang van alle werkzaamheden.
Wanneer het toestel moet worden afgetapt, raadpleeg dan het
hoofdstuk "Toestel aftappen".
15.1 Veiligheidsklep controleren
f Zet de veiligheidsklep op de veiligheidsgroep regelmatig
open tot de volle waterstraal eruit loopt.
www.stiebel-eltron.com
15.2 Het toestel aftappen
Indien de boiler voor onderhoudswerkzaamheden of bij vorstge-
vaar moet worden afgetapt voor de bescherming van de volledige
installatie, gaat u als volgt te werk:
Oplossing
Vernieuw de thermostaat
f Sluit de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
en druk op de resettoets
f Open de warmwaterklep van alle aftappunten.
van de veiligheidstempe-
ratuurbegrenzer.
f Tap het toestel af via de veiligheidsgroep.
Druk op de resetknop.
15.3 Signaalanode vervangen
f Vervang de signaalanode als deze is versleten.
Vervang de verwarmings-
flens.
15.4 Het toestel reinigen en ontkalken
Controleer het relais en
vervang het evt.
f Gebruik geen ontkalkingspomp.
Reinig de klepzitting.
f Ontkalk de verwarmingsflens pas wanneer deze is gedemon-
Aanzetkoppel van de flensschroeven: zie hoofdstuk "Technische
gegevens/afmetingen en aansluitingen"
1
15.5 Verwarmingsflens vervangen
1 Isolatieplaat
2 Flensplaat
3 Soldeerflens
4 Isolatieplaat
5 Corrosiebeschermende weerstand 390 Ω
6 Dichting
De corrosiebeschermende weerstand dient als potentiaalcompen-
satie en voorkomt stroomuitgangscorrosie op de verwarmings-
elementen.
f De corrosiebeschermende weerstand mag bij onder-
f Zet, na vervanging van de corrosiebeschermende weerstand,
WAARSCHUWING verbranding
Tijdens het aftappen kan er heet water uit het toestel
lopen.
teerd en behandel het oppervlak van de boiler en de veilig-
heidsanode niet met ontkalkingsmiddelen.
6
5
4
3
houdswerkzaamheden niet worden beschadigd of worden
verwijderd.
de verwarmingsflens weer op de juiste wijze in elkaar.
2
1
SHW S |
55