3.5
KOMPAS
De 4 cijfers die in graden worden weergegeven, geven het instelpunt aan dat kan worden ingesteld met
de dissel of de vier pijltjestoetsen die toegankelijk zijn door lang op de bedieningsknop links van de DIM
– knop te drukken.
3.5.1
ALLEEN KOMPAS
Een andere modus is toegankelijk als deze tijdens de installatie wordt ingesteld, dat is de modus voor
alleen kompas. In deze modus gebruikt de stuurautomaat de geïnstalleerde gyrosensor aan boord niet
voor correctie in zijn traject. Dit kan gewenst zijn wanneer het schip gevoelig is voor ruwe
weersomstandigheden en er minder roercorrecties gewenst zijn. In wezen kijkt de stuurautomaat alleen
naar de kompaswaarde en berekent hij het benodigde roer over een bepaalde periode, wat resulteert in
een minder agressieve stuurautomaat.
24 | AlphaRiverPilot MFS MK4
De kleine pijltjestoetsen maken fijnafstelling mogelijk met
stappen van 0,1 graad. De grote pijltjestoetsen maken
stappen van 1 graden. Als je de grote pijltjestoetsen langer
dan 2 seconden ingedrukt houdt, worden er grotere stappen
gezet. Er worden getallen niet afgerond.
De hele schaal van graden kan op een horizontale as
bewegen en de positie is afhankelijk van de real-time waarde
van het kompas. De gele balk in het midden is statisch en
zweeft boven de real-time waarde van het kompas.
De rode pijl boven de balk geeft het instelpunt aan. Als het
instelpunt zich niet op het zichtbare gedeelte van de balk
bevindt, valt het buiten het bereik en wordt het pas
getekend als het weer binnen een zichtbaar bereik is.
De bedieningsknop links van de DIM-knop kan worden
(de)geselecteerd om normale instellingen (RUDDER, TRIM,
DAMPING en SENS) weer te geven of te verbergen.