installatie ingesteld.
Let op: het is ook mogelijk om over te schakelen van de MAN- naar de FAST-modus. De tekst in de FAST-
modus is een visuele indicatie die kan worden gebruikt in combinatie met een extra pomp die de
roersnelheid aan boord van het schip verhoogt. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de
afdeling Alphatron Marine Inland .
3.4
AUTO
De bekende Auto-modus, oftewel Autopilot.
- Grafiekbalk voor terugkoppeling van de snelheid met een schaal van 30, 90 of 300 graden.
- Gele balk geeft de real-time positie van de draaisnelheidssensor (gyrotol) aan
- De kleine rode pijl boven de balk geeft de huidige positie van de dissel aan.
De maximale draaisnelheid die op de stuurautomaat is toegestaan, wordt tijdens de installatie ingesteld.
3.4.1
Roer
Het roer is vaak verschillend, afhankelijk van de lading van het schip, de diepte en de snelheid waarmee
het schip vaart. Wanneer het schip bijvoorbeeld leeg is, is er minder roer nodig om op koers te blijven
en wanneer het schip volgeladen is, is er meer roer nodig.
Om de waarde te wijzigen, moet de gebruiker eerst de roerknop selecteren door deze lang in te
drukken. Vervolgens kan de gebruiker op de plus- of minknoppen tikken die verschijnen in stappen van
1%. Houd de knop ingedrukt om stappen van 10% te maken. De instelling verdwijnt automatisch.
22 | AlphaRiverPilot MFS MK4
Deze instelling kan door de gebruiker worden gewijzigd om
de hoeveelheid roer die de stuurautomaat zal gebruiken in of
uit te schakelen. Dit is inclusief de hoeveelheid tegenroer.
50% is de middelste instelling, met 2% als minimum en 100%
voor het maximum. Hiermee kan de gebruiker vrij een
bepaalde hoeveelheid roer aanpassen.