Afb.36
SWW-pomp connector
N L
Afb.37
Driewegklep connector
N
Afb.38
Pompconnector
N L
Afb.39
Statusmeldingen
Status A
Status B
Nc
Nc
C No
C No
Afb.40
0-10 V uitgang connector
0-10
-
+
7717199 - v02 - 11032019
Sluit de pomp als volgt aan:
Aarde
N Nulleider
L Fase
AD-4000123-01
5.3.17
Aansluiten van een driewegklep
Aansluiten van een driewegklep (230 VAC). De aansluiting kan gebruikt
worden voor een ketelgroep (zone).
Sluit de driewegklep als volgt aan:
Aarde
N Nulleider
Open
Gesloten
AD-4000015-02
5.3.18
Aansluiten installatiepomp voor menggroep
Aansluiten van een installatiepomp voor een menggroep (zone) Het
maximumstroomverbruik is 300 VA.
Sluit de pomp als volgt aan:
Aarde
N Nulleider
L Fase
AD-3001306-01
5.3.19
Aansluiten statusmeldingen
De twee potentiaalvrije contacten Status, zijn vrij instelbaar. Afhankelijk
van de instelling kan een bepaalde status van de ketel worden
doorgegeven.
Sluit een relais als volgt aan:
Nc Normaal gesloten contact. Contact opent wanneer status optreedt.
C Hoofdcontact.
No Normaal geopend contact. Contact sluit wanneer status optreedt.
Kies de gewenste statusmelding (instelling) met behulp van de parameters
EP018 en EP019.
AD-3001312-01
5.3.20
Aansluiten 0-10 V uitgang
Het contact 0 -10 kan worden gebruikt om een PWM-installatiepomp aan
te sturen. Het toerental van de pomp wordt modulerend geregeld, op basis
van het signaal dat van de ketel ontvangen wordt. Afhankelijk van het
merk en type pomp, kan de pomp aangestuurd worden met een 0-10 V of
PWM-signaal.
Sluit de besturing van de installatiepomp aan op connector 0 -10.
Kies het type signaal dat moet worden verzonden door de ketel met
behulp van parameter EP029.
Kies het type signaal waarmee de pomp bestuurd wordt met behulp van
AD-3001305-01
parameter EP028.
MID _HMI T-control - Gas 120 ACE
5 Installatie
25