6.3
Starten
Voer de volgende handelingen in KCC uit om de TT-series te starten:
1. Selecteer de printer die gestart/ingesteld moet
worden door op de betreffende printer ID knop
te drukken.
2. Selecteer het gewenste label dat geprint moet
worden.
3. Stel de onderstaande instellingen correct in.
- Foil type (lint type).
- Motion (I-printer of C-printer).
- Handed (links of rechts model in geval van een dien C-printer).
- Printhead position (in geval van C-printer, printkop boven de tegendruk rol).
- Substrate encoder direction (in geval van een C-model, afhankelijk van hoe de encoder is ge-
monteerd).
4. Stel de onderstaande I/O-signalen (indien in gebruik) correct in.
- Bezig (uitgang; systeem maakt een afdruk, selecteer hoog of laag actief).
- Lint breuk (uitgang; hoog of laag actief).
- Inhibit (ingang; stopt de printer indien actief; hoog of laag actief).
- Trigger (ingang; niet gedefinieerd).
- Print signaal (ingang; hoog of laag actief).
- Afdruk gemist, stel in als waarschuwing of fout.
- Encoder timeout, stel in als waarschuwing of fout.
- Snelheid te hoog, stel in als waarschuwing of fout.
- Snelheid te laag, stel in als waarschuwing of fout.
- General error (uitgang; hoog of laag actief).
Documentnummer: P-4332
Versiedatum: 9 januari 2024
handleiding
TT-series
6
52