4 Installatie
4.1
Veiligheidsvoorschriften
De installatie dient uitgevoerd te worden door ter zake
kundig personeel.
Het personeel dient alle noodzakelijke maatregelen te
treffen om letsel aan personen en/of schade aan een pro-
ductielijn tegen te gaan.
4.2
Omgeving
De omgeving waarin de TT-series mag worden geïnstalleerd moet voldoen aan een aantal eisen met
betrekking tot vochtigheid, temperatuur en trillingen.
• De relatieve vochtigheid dient te liggen tussen 0 en 85% (niet-condenserend).
• De omgevingstemperatuur dient te liggen tussen de 0 en 40 °C.
• De TT-series mag niet worden toegepast in brand- of explosiegevaarlijke ruimten.
• De TT-series dient trillingsarm te worden gemonteerd.
4.3
Plaatsing
De locatie van de TT-series aan een productielijn moet voldoen aan enkele eisen:
• Er is voldoende ruimte om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan de TT-series.
• De TT-series belemmert geen productie- of controleprocessen van de productielijn zelf.
• De TT-series is geplaatst buiten handbereik van menselijke handelingen aan de productielijn.
Documentnummer: P-4332
Versiedatum: 9 januari 2024
handleiding
TT-series
4
27