Om de afdrukkwaliteit te verbeteren (Windows)
1.
controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
2.
Controleer de printersoftware om na te gaan of u de juiste papiersoort en hebt geselecteerd in de
vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal en de afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Instelling
afdrukkwaliteit.
Klik in de printersoftware op Afdrukken en Scannen en dan op Voorkeuren instellen om de
afdrukeigenschappen te openen.
3.
Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is.
Zie
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 60
vervangen indien de inkt bijna op is.
4.
Controleer het papiertype
Gebruik hoogkwalitatief HP-papier of papier dat voldoet aan de ColorLok®-norm. Zie
informatie over papier op pagina 23
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced Fotopapier voor
afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic zak op
een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit
dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier
terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
5.
Lijn de inktpatronen uit.
De inktpatronen uitlijnen
a.
Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b.
Open het printersoftware. Zie
informatie.
c.
Klik in de printersoftware op Afdrukken en Scannen en dan op Uw printer onderhouden om de
printerwerkset te openen.
De printerwerkset verschijnt.
d.
Klik op Inktpatronen uitlijnen op het tabblad Afdrukservices.
De printer drukt een uitlijningspagina af.
e.
Volg de instructies op het scherm om de pagina voor het uitlijnen van de cartridge te laden, met de
bedrukte zijde naar beneden op het scannerglas en klik dan op Scan om de uitlijningspagina te
scannen.
De printer lijnt de inktcartridges uit. U kunt de uitlijningspagina opnieuw gebruiken of weggooien.
6.
Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is.
96
Hoofdstuk 8 Een probleem oplossen
voor meer informatie. Overweeg de inktcartridges te
voor meer informatie.
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 26
Elementaire
voor meer
NLWW