3-20
Installatie
Pneumatische aansluitingen
Vereisten voor persluchttoevoer
Luchtaansluitingen voor pistool en pomp
P/N 7560324-12
Maximale ingangsluchtdruk:
Minimale ingangsluchtdruk:
Aansluiting:
Luchtslang:
De perslucht moet schoon en droog zijn. Gebruik voorfilters en
coalescentiefilters met een automatische afvoer en een regeneratieve
adsorptiedroger of koeldroger die een dauwpunt van 3,4 _C (38 _F) bij 7 bar
(100 psi) kunnen produceren. Een filtratiesysteem voor 5‐micron deeltjes
wordt aanbevolen.
Zie afbeelding 3‐11. Sluit de luchttoevoerslang (aangeschaft door de
gebruiker) aan op het elleboogstuk met 3/4 JIC schroefdraad op het filter aan
de achterkant van de console. Sluit het andere slanguiteinde aan op uw
persluchttoevoer.
OPMERKING: Als u zowel lucht naar een hoofd- en hulpconsole toevoert,
leid dan vanaf het systeemluchtblok een afzonderlijke slang naar elke
console. Lus de luchttoevoerslangen niet van de ene console door naar de
andere. Dit is nadelig voor de luchttoevoer naar de tweede console.
Zie afbeelding 3‐11 voor de consoleaansluitingen voor pistool- en
pompconsolelucht en de montagelocaties van luchtkoppelingen.
Sluit de slangen voor transportlucht- en verstuivingslucht vanaf de
snelkoppelingen aan de console als volgt aan op de pistoolpompen:
S
Transportlucht: 8‐mm zwarte luchtslang naar pompkoppeling
gemarkeerd met F.
S
Verstuivingslucht: 8‐mm blauwe luchtslang naar pompkoppeling
gemarkeerd met A.
Sluit de slangen zodanig aan dat de pistool 1-pomp is verbonden met de
pistool 1-aansluitingen op de console, enzovoorts.
Sluit de 4‐mm diam. transparante luchtslangen vanaf de
pistoolluchtkoppelingen (elektrodespoeling) op het consoleachterpaneel aan
op de spuitpistolen. Controleer of alle slangen correct zijn aangesloten, dus
of pistool 1 is aangesloten op de pistool 1-aansluiting enzovoorts.
7,6 bar (110 psi)
6,2 bar (90 psi)
1
1‐
/
-12 JIC, op achterpaneel
16
3
19 mm (
/
inch) minimale binnendiameter
4
E 2018 Nordson Corporation