Glossarium
DivX: Video-Codec, die het mogelijk maakt ook grote bestanden verhou-
dingsgewijs sterk in hun bestandsomvang te comprimeren zonder daarbij
wezenlijke kwaliteitsverliezen te hoeven ondergaan.
DNS: Afkorting van Domain Name System. Aan numerieke IP-adressen wor-
den leesbare namen toegekend (bijv. www.loewe-int.de). DNS-servers staan
in voor het omzetten van leesbare adressen in de bijbehorende IP-adressen.
Dolby Digital: Digitale meerkanaals-audio. De digitale norme voor hoog-
waardige Home Cinema-systemen. Bij deze norm worden de afzonderlijke
kanalen gescheiden overgedragen. De drie frontkanalen rechts, links en
center, de beide surroundkanalen rechts en links alsook het externe sub-
wooferkanaal worden omschreven als 5.1-signaal. Een andere benaming
voor Dolby Digital is AC3.
Dolby Pro Logic: Analoge meerkanaals-audio. Zet een Dolby-gecodeerd
stereosignaal om in een surroundgeluid. Dit omvat meestal vier kanalen
(front links, center, front rechts, surroundkanaal). Dit systeem omvat geen
speciaal subwooferkanaal.
Dolby Pro Logic II: Analoge meerkanaals-audio. Dolby Pro Logic II is een
verdere ontwikkeling van Dolby Pro Logic. Dit systeem zet een stereo- of
Pro-Logic-signaal om in een 6-kanaals ruimtelijk geluid (front links, center,
front rechts, surround links, surround rechts, subwoofer).
Dolby Surround: Analoog meerkanaals-audiosysteem, dat met behulp van
een matrixcodering vier geluidskanalen in twee geluidssporen onderbrengt.
Dolby Virtual Speaker: De Dolby Virtual Speaker-technologie simuleert de
surroundweergave van een echt 5.1-kanaalssysteem met slechts twee
luidsprekers.
Draadloos netwerk: zie WLAN.
DRM: Digital Rights Management (Engels voor digitale rechten manage-
ment). Procedure voor de controle van door het auteursrecht beschermde
gegevens. Beschermde DRM-inhoud vereist voor het legale gebruik,
behalve een voor DRM geschikt apparaat, tevens het bezit van een door
de aanbieder uitgegeven (betaalde) licentie.
DTS: Digital Theater Systems; digitale meerkanaals-audio.
DVB-C/-S/-T: Digital Video Broadcasting staat voor digitaal televisiekijken.
In technisch opzicht is DVB een gestandaardiseerde methode voor het
overdragen van digitale gegevens (televisie, radio, meerkanaalsaudio,
ruimtelijk geluid, EPG, teletekst en andere nevendiensten) door middel van
digitale techniek. C staat daarbij voor de overdracht met kabel, S voor de
verspreiding via satelliet en T voor een terrestrische of antenneverspreiding.
DVD: Afkorting van Digital Video disk en later van Digital Versatile disk
(Engels voor digitale veelzijde schijf).
DVD-Preceiver: Gecombineerd toestel bestaande uit een DVD-speler en
een radio zonder ingebouwde versterker.
DVI: Digital Visual Interface is een interface voor het overdragen van
digitale videobeelden en grafische beelden (zonder geluid).
Dynamische contrastverhouding: Betekent dat bij een hoog percentage
zwart in het beeld de lichtintensiteit van het display wordt aangepast. De
zogenaamde backlights (achtergrondverlichting) worden automatisch gedimd
en de contrastverhouding wordt eventjes verhoogd, en is dus dynamisch.
- 118
E
Elektronisch programmablad: Zie EPG.
EPG: Electronic Programme Guide (Engels voor elektronisch program-
mablad) is de elektronische variant van een gedrukt tijdschrift voor
televisieprogramma's. Met behulp van het EPG kan men het televisie-
programma van de betreffende zender bekijken, en de betreffende
gegevens overdragen. Het overzicht van de uitzendingen bevat de titel,
begin en einde, en de duur van de uitzending. Bovendien worden bij de
verschillende uitzendingen korte beschrijvingen van de inhoud gegeven.
Ethernet: Verbindingstechniek voor bekabelde locale netwerken (LANs).
Omvat ook normen voor bijv. connectoren en overdrachtsnelheden.
EURO-AV-bus: Interface voor het aansluiten van videoapparaten op een
tv-toestel. Deze bus wordt ook wel Scart-bus genoemd.
F
FLOF: Full Level One Facilities. Teletekstsysteem waarbij met iedere
pagina in de onderste regel afzonderlijk namen en nummers worden
overgedragen van andere bestemmingen waar de gebruiker naartoe kan
'springen'. Op die manier kan de lezer bijvoorbeeld worden verdergeleid
naar inhoudelijk verwante onderwerpen. Informatie over welke pagina's
bestaan en welke pagina's over subpagina's beschikken is er bij FLOF niet.
G
Gateway: Doorgang naar een ander netwerk; in dit geval een verbinding
tussen het thuisnetwerk en het internet.
Als standaard-gateway wordt gewoonlijk het netwerkapparaat gebruikt
dat de verbinding tot stand brengt. Normaal is de DSL-router ook de
internetgateway.
H
HDCP: High-bandwidth Digital Content Protection. Codeersysteem dat
bestemd is voor de interfaces DVI en HDMI voor een beveiligde overdracht
van audio- en videogegevens.
HDMI: High Definition Multimedia Interface is een nieuw ontwikkelde in-
terface voor de volledig digitale overdracht van audio- en videogegevens.
HDTV: High Definition TeleVision (Engels voor televisie met hoge resolutie)
is een verzamelnaam voor een reeks verschillende hogeresolutietelevi-
sienormen.
HD-Ready: Een keurmerk dat wordt toegekend aan producten die in staat
zijn televisiebeelden met hoge resolutie (HDTV) weer te geven.
High- en Low-Band: Overdrachtsbereiken bij satellieten.
Host: Vertaling "gastheer". Computer met de server software die ook
gegevens beschikbaar stelt. Zie ook mediaserver.