Pictogrammen van het weergavescherm
(cont'd.)
De beveiligde menu's gebruiken
Opmerking:
De standaard pincode van de machine
is '1234'.
Als u de pincode heeft gewijzigd en vergeten bent,
neem dan contact op met uw erkende Toro-distributeur
voor hulp.
1.
Selecteer de optie I
2.
Selecteer de optie B
3.
Om de pincode in te voeren, drukt u op de
knop van het weergavescherm tot het eerste
gewenste cijfer verschijnt. Druk dan twee keer
snel op de knop van het weergavescherm om
naar het volgende cijfer te gaan.
4.
Nadat alle vier cijfers zijn ingevoerd, drukt u één
keer op de knop van het weergavescherm om
de pincode in te geven.
Als de pincode juist is ingevoerd, zal het
pictogram van de pincode bovenaan rechts van
alle menuschermen verschijnen.
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken die persoonlijk letsel of materiële
schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke
ongelukken te voorkomen.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en
draag geen losse kleding of juwelen.
•
Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder
de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Geef uw volledige aandacht als u de machine
gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig
bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders
kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom
worden beschadigd.
Accu
Koelvloeistoftemperatuur
.
NSTELLINGEN
'
.
EVEILIGDE MENU
S
•
Voordat u de motor start: zorg dat alle
aandrijvingen in de neutraalstand staan, de
parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de
bestuurderspositie bevindt.
•
Vervoer geen passagiers op de machine en houd
omstanders en kinderen weg uit het werkgebied.
•
Gebruik de machine uitsluitend bij een goede
zichtbaarheid zodat u kuilen en verborgen gevaren
kunt vermijden.
•
Gebruik de machine niet op nat gras. Als de wielen
hun grip verliezen, kan de machine gaan glijden.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
draaiende onderdelen. Blijf uit de buurt van de
afvoeropening.
•
Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt
om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.
•
Wees voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die
uw zicht kunnen belemmeren.
•
Stop de maaimessen als u niet daadwerkelijk
maait.
•
Stop de machine, verwijder het sleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u het werktuig controleert
nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine
abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
•
Verminder uw snelheid en wees voorzichtig
als u een bocht maakt of wegen en voetpaden
oversteekt met de machine. Verleen altijd
voorrang.
•
Schakel de aandrijving van de maai-eenheid
uit, schakel de motor uit, verwijder het sleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen voordat u de maaihoogte
wijzigt (tenzij u deze kunt aanpassen vanuit de
bestuurderspositie).
•
Laat de motor enkel draaien in goed
verluchte omgevingen. Uitlaatgassen bevatten
koolstofmonoxide, dat dodelijk is bij inademing.
•
Als u de machine verlaat, laat deze dan niet
draaien.
•
Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Schakel de aftakas uit en laat de werktuigen
zakken.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
40