CAN-Bus
Instelling van de waardes, welke vanuit de CAN-Bus worden overgenomen. Er kunnen maximaal 64
analoge en 64 digitale waardes worden gedefinieerd.
Voorbeeld: Overname van een analoge CAN-netwerkuitgang 1 van CAN-knoop 1 op analoge CAN-
Busingang 1 van de C.M.I.
1.
Omschrijving ingang
2.
Keuze van de CAN-knoop, van waar de waarde overgenomen wordt.
3.
Keuze van de CAN-netwerkuitgang van de CAN-knoop, waarvan de waarde wordt overgenomen.
4.
Timeout-tijd: Indien binnen deze tijd geen nieuwe waarde door de CAN-knoop wordt uitgegeven,
wordt ofwel de laatst overgedragen of de erna ingestelde uitgavewaarde overgenomen. Er dient erop te
worden gelet, dat de intervaltijd van de verzendvoorwaarde van de bron niet langer als de timeout-
tijd van de C.M.I.-ingang bedraagt.
5.
keuze van de eenheid: "AUTO" betekent, dat de eenheid van de bron wordt obergenomen. Er staat
echter ook een veelvoud aan eenheden voor keuze ter beschikking.
6.
Waarde bij timeout: "Onveranderd" betekent, dat bij een timeout de laatst ovegedragen waarde
blijft behouden. Wordt "Gebruikersgedefinieerd" gekozen, dan wordt de daarna ingestelde waarde bij
een timeout weergegeven.
7.
Gebruikersgedefinieerde uitgavewaarde bij timeout: Deze waarde wordt, afhankelijk van de
eenheid, met het aantal kommaposities uitgegeven, welke voor deze eenheid gelden (voorbeeld: "100"
wordt in het geval van een temperatuur met "100,0°C" uitgegeven).
8.
Actuele waarde: deze waarde wordt actueel door de C.M.I. met in acht neming van de eenheid en
de timeout-instellingen overgenomen
9.
Na het beëindigen van de invoer: Opslaan
Voorbeeld voor de uitvoer van een gebruikersgedefinieerde waarde bij een timeout: