Functiebeschrijving De Control and Monitoring Interface (afkorting: C.M.I.) is een webserver, welke de verbinding tussen een LAN-netwerk en de CAN-Bus-componenten realiseert. Met behulp van dit apparaat is het mogelijk, functiedata in CAN-Busapparaten te laden, deze te updaten en op afstand te beheren, onlineschema‘s weergeven en data te loggen.
Voedingsaansluiting Voor de werking van de C.M.I. is het noodzakelijk om de 12V-voeding via de CAN-Bus of via een 12V- adapter te voorzien. Over de DL-Bus wordt geen voeding beschikbaar gesteld. Vermogensopname: typ. 1,5 W Voor het voorzien van de voeding voor verdere CAN-Busdeelnemers zonder eigen voeding is het gebruik van een 12V-netadapter noodzakelijk, indien er slechts één regelaar (UVR1611, UVR16x2, RSM610) in het netwerk beschikbaar is.
Pagina 6
CAN-Bus De CAN-Bus biedt naast de datatransfer ook de mogelijkheid om via de browser direct vanaf de PC op de apparaten in het CAN-netwerk toegang te krijgen. Terminering Bij het gebruik van de CAN-Bus voor het koppelen van meerdere apparaten is het correct aansluiten van de bus belangrijk.
Pagina 7
DL-Bus De C.M.I. beschikt over 2 DL-ingangen voor de gelijktijdige meetwaardeverwerking van maximaal twee regelaars met een DL-uitgang. Regeling 1 C.M.I. Regeling 2 Als datakabel kan iedere kabel met een diameter van 0,75 mm² (bv.: tweelingsnoer) tot max. 30 m lengte worden gebruikt.
Inbedrijfname Opmerking m.b.t. compatibiliteit UVR1611 Om alle functionaliteiten ter beschikking te hebben, dient de regelaar ten minste van bedrijfssysteem versie A3.25 voorzien te zijn.
Pagina 9
Leveromvang Bij het apparaat worden de volgende delen meegeleverd: 1 St. Control and Monitoring Interface C.M.I. 1 St. SD-kaart 1 St. 4-polige stekker voor de CAN-bus 1 St. 3-polige stekker voor de DL-bus 1 St. Verkorte handleiding 1 St. 12V-adapter (alleen bij het type: 01/CMI-NT)
Montage en aansluiten De C.M.I. kan zowel met 2 schroeven op een vlakke achtergrond of met de meegeleverde snelklemmen op een montagerail TS35 volgens EN 50022 worden gemonteerd. Afmetingen: Aansluitingen De aansluitingen zijn gemarkeerd en mogen niet worden verwisseld. In de volgende afbeelding is links ook de terminering (CAN-Bus) zichtbaar. Realiseren van de aansluitingen De aansluitingen dienen in onderstaande volgorde te worden gerealiseerd: Aansluiten LAN-kabel...
Pagina 11
(Pluspool op de binnenste ader, massa buiten) De POWER-LED dient nu continu groen te branden.
IP-Adres Voor de toegang is een IP-adres noodzakelijk. Netwerk met DHCP-server (standaard) De netwerkinstellingen worden automatisch aangemaakt. Netwerk zonder DHCP-server Directe verbinding C.M.I. – Windows-PC Op de PC dient DHCP te worden geactiveerd. Hierdoor krijgen de PC en de C.M.I. automatisch een IP- adres.
Toegang via LAN of port forwarding 1. Browser starten 2. Invoer in de adresbalk van de browser: cmi (fabrieksinstelling, alleen onder windows) of IP-adres Invoer „cmi“ Invoer IP-adres (voorbeeld) De taal in dit venster is afhankelijk van de taalinstelling in het bedrijfssysteem van de PC. 3.
Pagina 15
De verdere bediening wordt in "C.M.I.-menu" beschreven.
Pagina 16
Toegang via het webportaal https://cmi.ta.co.at Is de toegang via het internet gewenst, dan kan de C.M.I via het „C.M.I. webportaal“ worden verbonden. Het C.M.I.-webportaal is een server, welke door Technische Alternative is ingericht. 1. Invoeren van het adres https://cmi.ta.co.at „Inloggen“ en „Registreren“ aanklikken.
Pagina 17
7. Invoer van de gegevens van de C.M.I. Op de achterzijde van het apparaat zijn het serienummer op het typeplaatje en de sleutel (Key) op de Key-stikker te vinden. De invoer van de sleutel dient zonder spaties te worden doorgevoerd. Let op! Wordt het typeplaatje of de Key-sticker verwijderd, dan vervallen alle rechten op (garantie)aanspraken!
Pagina 18
Na het aanklikken van „Toevoegen“ wordt een melding van een succesvolle toevoeging weergegeven. 8. Na het verversen van de pagina verschijnt de C.M.I. in de lijst „Mijn C.M.I.s“. Door het aanklikken van het serienummer komt men in het C.M.I.-menu.
Reset en laden van de fabrieksinstellingen Door het kort indrukken van de resettoets aan de achterzijde van de C.M.I. wordt de C.M.I. opnieuw gestart (reset). Door het indrukken van de resetknop en het nog loslaten terwijl de LED’s rood branden, wordt de C.M.I. op de fabrieksinstellingen gezet.
Pagina 21
Menu Accountbeheer In dit menu kunnen de contactgegevens en het paswoord worden gewijzigd. Ter afsluiting van iedere wijziging dient het actuele paswoord te worden opgegeven. Het is ook mogelijk de gebruiker te wissen. Bij het inloggen kannen worden vastgelegd worden dat de gebruiker bij toegang toto het webportaal altijd ingelogd blijft: In het menu Accountbeheer kunnen alle opgeslagen gebruikerssessies worden gewist.
Pagina 22
Menu C.M.I.'s Voorbeeld voor een gebruiker, welke reeds een eigen C.M.I. heeft aangemeld (CMI000501) en door een andere gebruiker (stefan) de toegang tot zijn C.M.I. verleend heeft (CMI001015):...
Pagina 23
1. C.M.I. toevoegen Deze werkwijze wordt in het hoofdstuk „Toevoegen van de C.M.I. op het webportaal https://cmi.ta.co.at “ beschreven.
Pagina 24
2. Mijn C.M.I.’s Hier worden alle C.M.I.’s van de ingelogde gebruiker met hun betekenis opgegeven. Door het aanklikken van het serienummer komt men in het C.M.I.-menu (zie hoofdstuk „C.M.I.-menu“).
Pagina 25
3. Beheer – a) Door het aanklikken van „ “ naast het serienummer wordt deze C.M.I. gewist en kan niet meer worden geselecteerd. b) Hier kunnen de betekenis en de omschrijving van de C.M.I. worden gewijzigd. c) Ter afsluiting van de wijzigingen „Opslaan“ aanklikken d) In hetzelfde submenu „Beheren“...
Pagina 26
C.M.I.s“ De gebruiker „rim“ ziet nu in het menu „C.M.I.s“ onder „Andere de vrijgegeven C.M.I. weergegeven, waarvoor hem het afstandsbeheer als expert is toegestaan.
4. Visualisatie In de sectie Visualisatie" kan de datalogging vai het webportaal cmi.ta.co.at ingericht en gevisualiseerd worden. Deze mogelijkheid bestaat echter pas vanaf de C.M.I.-versie 1.26. De datalogging via het webportaal geschiedt onafhankelijk van de CAN-datalogging van de C.M.I.. Voor het online-datalogging mag een bestaande firewall de uitgaande poort 40003 niet blokkeren. Er kunnen de volgende apparaten worden gelogd: •...
Experts kunnen - Loggingwaardes wijzigen, - Weergaveprofielen aanmaken, - Eigen weergaveprofielen bij een Gebruiker toevoegen, - Weergaveprofielen van de beheerder zien en bewerken, indien deze door de beheerder zijn vrijgegeven, - Grafieken aanmaken. Gebruikers / gasten kunnen - Door de beheerder vrijgegeven weergaveprofielen bekijken, - Grafieken aanmaken.
Loggingwaardes bewerken Voordat profielen vastgelegd en grafieken geladen kunnen worden, dienen de loggingwaardes te worden ingesteld. In dit menu wordt vastgelegd, welke waardes er dienen te worden gelogd. Er kunnen maximaal 40 waardes (analoog of digitaal) worden gekozen. Invoegen In dit systeem zijn 4 apparaten beschikbaar, waarvan waardes kunnen worden gelogd. Door een muisklik op het kleine driehoekje naast het aparaat of het submenu wordt de zoekboom verder open geklapt.
Pagina 30
Vervolgens kunnen de te loggen waardes met Drag&Drop naar het rechter veld worden gesleept. Er kunnen ook meerdere waardes gelijktijdig door het ingedrukt houden van de Shift- of Ctrl-toets met een muisklik worden geselecteerd en naar het rechter veld worden gesleept. Verdere waardes dienen naar het deel met reeds aangemaakte loggingwaardes te worden gesleept.
Pagina 31
Analoge en digitale waardes worden met eigen symbolen weergegeven. Het aantal van de reeds ingevoegde loggingwaardes is rechts beneden zichtbaar. Hier zijn reeds 15 van 40 mogelijke loggingwaardes ingevoegd. Uitzonderingen bij uitgangen: Uitgangen mengventiel kunnen niet worden gelogd Bij toerentalgeregelde triac-uitgangen (sinusregeling) wordt zowel een digitale (AAN/UIT) als ook een analoge waarde (toerentaltrap) ter keuze aangeboden.
Pagina 32
De logginginterval kan van 1 tot 60 minuten worden ingesteld. Actualiseren Bij een uitval van een CAN-knoop (weergave van de loggingwaardes van deze knoop geven in de grafiek 0 aan), kan met "Actualiseren" worden gecontroleerd, of alle te loggen waardes kunnen worden geraadpleegd.
Pagina 34
Profiel toevoegen Om een profiel te kunnen aanmaken dienen er reeds loggingwaardes te zijn vastgelegd (zie hoofdstuk "Loggingwaardes bewerken"). Profielnamen vastleggen en bevestigen Na opgave van de profielnaam moet het vinkje worden aangeklikt. Het succesvol toevoegen van het profiel wordt weergegeven. Wordt het profiel als Expert, voor wie de C.M.I.
Weergaveprofielen bewerken Na de keuze van het gewenste profiel wordt het symbool "Weergaveprofielen bewerken" aangeklikt. Vrijgave Het profiel kan door de gebruiker voor Experts, Gebruikers of Gasten (waarvoor de toegang tot de C.M.I. is toegestaan) of niemand worden vrijgegeven. In het hoofdstuk "Visualisatie" wordt beschreven welke acties voor de betreffende gebruiker zijn toegestaan.
Pagina 36
Door het aanklikken van de kleur kan in een apart keuzevenster een andere kleur voor de grafieken worden vastgelegd. De taal in dit venster is afhankelijk van de taalinstelling in het bedrijfssysteem van de PC. Zijn alle waardes voor de grafiek vastgelegd, dan dient aan het eidne van de lijst "Opslaan" te worden aangeklikt.
Pagina 37
Grafiek laden Na keuze van het profiel en de intervaltijd wordt "Laden aangeklikt. Bij een loginterval van 1 minuut (instelling onder "Loggingwaardes bewerken") worden vanaf een periode van 7 dagen de loggingwaardes voor de weergave gefilterd, om zo een lange laadtijd van de grafiek te voorkomen.
Pagina 38
De verschaling voor de analoge waardes geschiedt automatisch aan de hand van de hoogste weergegeven waarde. Indien de muiswijzer op een waarde wordt geplaatst, dan wordt de betreffende waarde dik weergegeven.
Pagina 39
Door het klikken op het synbool, wordt de waarde uitgeschakeld en de verschaling aan de hoogste weergegeven waarde aangepast.
Pagina 40
Wordt de muiswijzer in de grafiek geplaatst, dan wordt een tijdlijn met weergave van het tijdpunt van de door de muiswijzer dichtstbij gelegen waarde van dit tijdpunt weergegeven.
Pagina 41
Door het verslepen van een van de, door de rode pijl gemarkeerde, punten kan de tijdas gezoomd worden.
Pagina 42
Door het slepen van de tijdlijn in de grafiek met ingedrukte linker muisknop, kan naar het gemarkeerde tijdbereik worden gezoomd.
De gebruiker waaraan het verzoek is gericht ontvangt per omgaande een mail met een link, welke kan worden aangeklikt. Werd een aanvraag voor afstandsbeheer gedaan, ziet met onder "Mijn C.M.I.s" na het aanklikken van "Beheer" in de sectie „Afstandsbeheer“: De gebruiker „rim“ (=Login-naam) heeft een verzoek tot afstandsbeheer gedaan.
Pagina 46
Door het aanklikken van „ “ kan deze permissie te allen tijde weer worden gewist.
Pagina 47
6. Andere C.M.I.'s Hier worden de C.M.I.’s van andere gebruikers weergegeven, waarvoor de ingelogde gebruiker de permissie tot afstandsbeheer heeft. Voorbeeld: Door het aanklikken van het serienummer komt men in het C.M.I.-menu (zie hoofdstuk „C.M.I.-menu“). Wordt het symbool onder "Afstandsbeheer" aangeklikt, verschijnt het venster „C.M.I. Info“ (zie „Beheer“). In dit menu kan de permissie weer worden beëindigd.
Pagina 48
Bedrijf via webportaal (internet): Opgave van het adres van het C.M.I.-webportaal (https://cmi.ta.co.at) en inloggen. Keuze van de sectie „C.M.I.s“ en aanklikken van het serienummer van de gewenste C.M.I.. In de nu geopende pagina is rechts beneden de versie en het serienummer van de C.M.I. zichtbaar.
Pagina 49
Menu Home Op de eerste pagina (Home) is de bedrijfstoestand van de C.M.I. met de LED’s weergegeven. Er wordt de daadwerkelijke toestand van de LED’s weergegeven. Aan de zijkant daarvan wordt de actuele LED- toestand verklaard. Er kunnen 6 verschillende toestanden worden weergegeven: groen, oranje, rood, telkens continu brandend op knipperend.
Pagina 50
groen alles ok (ten minste één andere CAN-knoop gevonden) oranje niet alle voor de logging benodigde knopen beschikbaar rood een knoop is uitgevallen geen CAN-netwerk beschikbaar groen alles ok groen knipperend geen Reverse-verbinding met het webportaal (indien in het menu Ethernet geselecteerd) rood fout geen verbinding (bv.
Menu CAN-Bus In dit menu worden de in het CAN-Bus netwerk beschikbare apparaten met hun omschrijving en het knoopnummer weergegeven. De C.M.I. heeft in de fabrieksinstellingen het knoopnummer 56. Voorbeeld van een CAN-netwerk met een regelaar UVR1611, een RSM610 module en een CAN- busconverter CAN-BC2: Door het aanklikken van een apparaat komt men in het menu van dat apparaat.
Pagina 52
De weergave is vergelijkbaar met de weergave van het display op de regelaar. Door de keuze van de menupunten komt men in het gekozen submenu. Voorbeeld: parametrering ingang 1 Na keuze van het menupunt „Ingangen“ wordt een pagina weergegeven, welke dezelfde opbouw heeft als die op de regelaar.
Pagina 53
Door keuze van de parameter, welke dient et worden gewijzigd, wordt een keuzevenster weergegeven: De gewenste parameter wordt geselecteerd en met "OK" de wijziging afgesloten.
Pagina 54
Voorbeeld: UVR1611 knoop 1 De bovenste regel geeft, zoals bekend van de regelaar, de status van de uitgangen weer: Zwarte achtergrond: uitgang AAN Het handsymbool betekent handbedrijf. Door het aanklikken van een pijl komt men in het betreffende ondermenu. Hiermee is de directe keuze van de belangrijkste ondermenu’s mogelijk (uitzondering: menu „Gebruiker“). Bij gebruik van de terug-functie wordt de laatst weergegeven pagina zichtbaar.
Pagina 55
Door het aanklikken van de pijl bij de gewenste ingang komt men in de volgende weergave: Door het aanklikken van de pijl bij de parameter, welke dient te worden gewijzigd, wordt een keuzelijst met de mogelijke instelparameters weergegeven. Na de keuze met een muisklik wordt de nieuwe parameter direct over de CAN-Bus aan de regelaar overgegeven.
Pagina 56
Na wijziging van het knoopnummer wordt de aanpassing weergegeven.
Menu Schema Door de keuze van dit menu-onderdeel wordt het onlineschema weergegeven (indien geprogrammeerd). De programmering van het onlineschema met het programma „TA-Designer“ wordt in de online- handleiding van TA-Designer beschreven. lokale Een directe toegang tot het onlineschema zonder inloggen geschiedt door het invoeren van de volgende URL: http://gebruiker:paswoord@cmi/schema.html#1 Gebruiker: gebruikersnaam voor Expert, Gebruiker of Gast...
Menu Databeheer In het linker deel van het venster worden de actieve (aangesloten) CAN-Bus apparaten weergegeven, in het rechter deel de SD-kaart met de op de SD-kaart opgeslagen functiedata en firmware-bestanden. Update C.M.I. Verschijnt de button "Update C.M.I.", dan is er nieuwe software voor de C.M.I. beschikbaar. Door het aanklikken wordt de software van de webserver gedownload en de update automatisch uitgevoerd.
De netwerkknoop wordt door Drag & Drop naar het SD-kaartsymbool gesleept. Hiermee worden de functiedata naar de SD-kaart gekopieerd. Aansluitend volgt een melding, of de download succesvol of niet succesvol was: Functiedata van een Bootloader BL-NET kunnen op deze wijze niet naar de SD-kaart worden gekopieerd. 2.
Pagina 60
De upload start door Drag & Drop van de lijst met functiedata of van de firmware naar het apparaatsymbool. Zo kunnen apparaten in de CAN-Bus, dus ook de C.M.I., worden geupdated. De update (= firmware-upload) van een regelaar UVR16x2 is pas vanaf versie 1.20 van de regelaar mogelijk.
Wordt gedurende de firmware-update van een UVR1611 de CAN-verbinding onderbroken, dan bevindt zich de regelaar in knoop 63 zonder bedrijfssysteem. Voor een nieuwe start van de firmware-update sleept men de firmware van de regelaar in dit uitzonderlijke geval naar het C.M.I.-symbool. 4.
Pagina 62
Markeren van het gewenste bestand en aanklikken van „Ombenoemen“. In het volgende venster wordt de nieuwe bestandsnaam opgegeven en met OK bevestigd.
Pagina 64
Ethernet (LAN-instellingen) Indien meer dan één C.M.I. in hetzelfde LAN-netwerk worden gebruikt, dienen deze C.M.I.’s verschillende host namen te hebben. In dit voorbeeld werd de Host-name gewijzigd in „CMI1". De host name is vrij instelbaar en hoeft geen betrekking op het woord „CMI“ te hebben. In de host-name mag geen liggend streepje ("_") worden gebruikt, een verbindingsteken ("-") is toegestaan.
Firewall: Voor de toegang via het webportaal en het verzenden van mail mag een eventuele firewall de uitgaande poorten 40001 en 40002 niet blokkeren. Voor de online-datalogging (alleen visualisatie) mag de uitgaande poort Port 40003 niet worden geblokkeerd. Zodat het schakelvlak "Update C.M.I." weergegeven kan worden, mag de uitgaande poort 80 niet door een eventuele firewall worden geblokkeerd.
CAN-instellingen In dit submenu kan het CAN-knoopnummer en de busrate van de C.M.I. worden gewijzigd. In het CAN- netwerk dient iedere CAN-busdeelnemer een eigen knoopnummer te bezitten. De C.M.I. heeft in de fabrieksinstelling het knoopnummer 56. De C.M.I. kan de systeemnet uit het internet betrekken. Omdat in een CAN-netwerk de systeemtijd van alle apparaten van knoop 1 worden overgenomen, kan men de C.M.I.
Pagina 67
Meldingen In het menu „Meldingen“ worden de te bewaken waardes en de voorwaarden voor het verzenden van mail en SMS vastgelegd. Het versturen van SMS is alleen bij een ingebouwde GSM-module mogelijk. De waardes worden van de C.M.I.-ingangen overgenomen. Er kunnen maximaal 32 meldingen worden aangemaakt.
Verdere informatie over het versturen van SMS en over de SMS-ingangen zijn in het hoofdstuk "Ingangen / SMS" en in de handleiding van de GSM-module MDC-GSM te vinden. Na het voltooien van de invoer: Opslaan. Automatische meldingen Stroomuitval Bij stroomuitval kan alleen via de GSM-module een SMS worden verzonden. (Beschrijving in de handleiding van de GSM-module).
Pagina 69
Contacten In dit menu geschiedt de invoer van de mailadressen en de telefoonnummers voor het versturen van SMS. Het verzenden van SMS is alleen in combinatie met een ingebouwde GSM-Module mogelijk. Er kunnen maximaal 8 contacten opgegeven en getest worden. De telefoonnummers dienen met de landcode (bv.
Paswoorden Hier worden de beschrijvingen van de gebruikers en paswoorden voor de verschillende gebruikersniveau’s vastgelegd. Fabriekszijdig zijn alleen de user name en het paswoord voor de Expert (admin/admin) vooringesteld. De paswoordinstellingen zijn alleen als aangemelde Expert te wijzigen. De paswoorden mogen geen speciale tekens of umlauten bevatten. Ter controle dient iedere invoer van het paswoord te worden herhaald.
Pagina 71
http://gebruiker:paswoord@cmi/xxxxxx Gebruiker: gebruikersnaam voor Expert, Gebruiker of Gast Paswoord: vastgelegd paswoord van de betreffende gebruiker cmi: Host-name of IP-adres van de C.M.I. xxxxxx: Opgave van de gewenste URL...
Datalogging In dit menu staan de instellingen voor de datalogging voor het uitlezen met Winsol. Men kan zowel van de DL-Bus (maximaal 2 dataleidingen) of via de CAN-Bus (maximaal 8 datapakketten) loggen. De gegevens worden op de SD-kaart opgeslagen. Voorbeeld: CAN-datalogging van tknoop 1 (bv. UVR16x2), datapakketten van knoop 3 (UVR1611) en van knoop 32 (bv.
Pagina 73
warmtemetingen. Dat is in het C.M.I.-menu niet te herkennen. Worden dus bv. 4 UVR16x2 ingevoerd, waarvan telkens 2 datapakket worden uitgegeven, dan worden er geen verdere datapakketten in Winsol weergegeven, hoewel die in bovenstaande lijst zijn ingevoerd. Verdere informatie m.b.t. datalogging van X2-apparaten zijn in de programmeerhandleidingen van de apparaten opgenomen.
Tijd-instellingen Bron: de C.M.I. neemt het tijdstempel ofwel van een instelbare NTP-server (basisinstelling: 3.at.pool.ntp.org) ofwel van het CAN-netwerk (UVR1611 met knoopnummer 1) ofwel via één van de beide dataleidingen (DL-Bus) van de actueel aangesloten regelaars. De automatische zomertijd-omschakeling geschiedt na de invoer van een tijdzone uit de Europese Unie. De systeemtijd is voor de tijdstempel bij datalogging en voor de tijdweergave van andere log-files bedoeld.
Pagina 75
Ingangen In dit menu geschieden alle instellingen voor waardes, welke via CAN-Bus, Modbus/TCP, DL-Bus of SMS door de C.M.I. kunnen worden overgenomen. Deze waardes kunnen vervolgens aan C.M.I.-uitgangen worden over gegeven of voor meldingen worden gebruikt.
Pagina 76
CAN-Bus Instelling van de waardes, welke vanuit de CAN-Bus worden overgenomen. Er kunnen maximaal 64 analoge en 64 digitale waardes worden gedefinieerd. Voorbeeld: Overname van een analoge CAN-netwerkuitgang 1 van CAN-knoop 1 op analoge CAN- Busingang 1 van de C.M.I. Omschrijving ingang Keuze van de CAN-knoop, van waar de waarde overgenomen wordt.
Pagina 77
Omdat binnen 5 minuten geen nieuwe waarde werd uitgegeven, wordt de uitvoerwaarde 100°C overgenomen en timeout weergegeven.
Pagina 78
Modbus Instellingen van de waardes, welke van het het modbus-apparataa worden uitgelezen. Er kunnen maximaal 64 analoge en 64 digitale waardes worden gedefinieerd. De C.M.I. is in dit geval de master, de opgevraagde waardes komen van de slave. Voorbeeld: Analoge temperatuurwaarde Omschrijving ingang Opgave van het IP-adres van van de fabrikantspecifieke gegevens voor de Modbus-waarde, welke uitgelezen wordt.
Pagina 79
Waarde bij timeout: "Onveranderd" betekent, dat bij een timeout de laatst overgedragen waarde behouden blijft. Wordt "Gebruikersgedefinieerd" gekozen, dan wordt de hierna ingestelde uitvoerwaarde bij een timeout overgenomen. Gebruikersgedefinieerde uitvoerwaarde bij timeout. Deze waarde wordt, afhankelijk van de eenheid, met het aantal kommaposities uitgegeven, welke voor deze eenheid gelden (voorbeeld: "50" wordt in het geval van een temperatuur met "50,0°C"...
Datakabel Instelling van de waardes, welke van de DL-Bus overgenomen worden. Er kunnen alleen waardes uit de DL-dataframes van de apparaten worden overgenomen, welke ook voor de DL-datalogging worden gebruikt. Waardes van DL-sensoren kunnen niet worden ingelezen. Er kunnen maximaal 32 analoge en 32 digitale waardes worden gedefinieerd. Voorbeeld: Analoge waarde 1 van DL1 Omschrijving ingang Bus: Invoer van de aansluiting DL-datalogging op de C.M.I., waarover de waarde dient te...
Pagina 82
Deze functie is alleen met ingebouwde GSM-module mogelijk. In dit menu worden de omschrijvingen en de instellingen voor SMS-commando’s opgegeven. Er kunnen maximaal 16 SMS-commando’s voor analoge en 16 voor digitale waardes worden gedefinieerd. Wordt een SMS-bericht met de omschrijving (inclusief waarde en uitroepteken) aan de GSM-module gestuurd, dan wordt een SMS-ingang aangemaakt, welke bv.
Pagina 83
Na afloop van 60 minuten (= instellng "Tijd") wordt de alternatieve waarde overgenomen (in het voorbeeld: 40,0°C). Indien de tijd met "0“ ingesteld wordt, blijft de SMS-waarde (60°C) bestaan, zolang deze niet door een ander SMS-commando wordt gewijzigd. Voorbeeld: SMS met de omschrijving "Cvgroep" voor het omschakelen van de bedrijfsmodus van een cv- groep Met de aanvullende teksten standby, tijd, normaal, verlaagd...
Pagina 84
Met het SMS-commando Cvgroep intern! wordt de interne bedrijfstoestand van de regeling van voor het zenden van SMS-commando’s weer actief. Waardeovername bij analoge commando’s met tekstinvoer: Tekstinvoer Waarde wordt Waarde na afloop gedurende de tijdsduur van de tijd overgenomen Standby Alternatieve waarde Tijd Alternatieve waarde...
Pagina 85
Een SMS-commando Elektro-element aan! zet de waarde van de SMS-ingang Digitaal 1 met de omschrijving „Elektro-element“ op de waarde AAN. Na afloop van de tijd (= 30 minuten) wordt de actuele waarde naar de alternatieve waarde 0 (= UIT) gezet).
Pagina 86
Uitgangen In dit menu kunnen waardes van C.M.I.-ingangen met CAN-Bus- of Modbus-uitgangen van de C.M.I. worden verknoopt of via LAN middels "CoE" aan andere C.M.I.‘s worden gezonden.
Pagina 87
CAN-Bus Instelling van de waardes, welke aan de CAN-Bus voor gebruik in andere CAN-Bus-apparaten worden overgegeven. Er kunnen maximaal 32 analoge en 32 digitale waardes worden gedefinieerd. Voorbeeld: Overname van de analoge DL-ingang 1 Omschrijving uitgang Keuze van het ingangstype: Modbus, Datakabel of SMS. Keuze van de gewenste ingang.
Pagina 88
Blokkadetijd 10 Wijzigt de waarde binnen 10 sec. Sinds de laatste overdracht, wordt de waarde echter pas na 10 10 sec. opnieuw gestuurd (minimale waarde: 1 sec.). Intervaltijd 5 De waarde wordt in ieder geval iedere 5 minuten overgedragen, ook indien deze zich sinds de laatste overdracht niet heeft gewijzigd (minimale waarde: 1 minuut).
Pagina 89
Modbus Instelling van de waardes, welke aan de Modbus voor gebruik in Modbus-apparaten worden overgegeven. De C.M.I. is in dit geval de master, de waarde wordt naar de slave gezonden. Er kunnen maximaal 32 analoge en 32 digitale waardes worden gedefinieerd. Voorbeeld : Een CAN-ingangswaarde wordt aan een Modbus-apparaat overgegeven Omschrijving uitgang...
Pagina 90
Verzendvoorwaarden voor analoge Modbus-uitgangen: Bij wijziging> 3 Bij een wijziging van de actuele waarde ten opzichte van de laatst gezonden met meer als 3, wordt opnieuw verzonden Blokkadetijd 10 Wijzigt de waarde binnen 10 sec. Sinds de laatste overdracht met meer als 1, wordt de waarde echter pas na 10 sec.
CoE (= CAN over Ethernet) Beschrijving van de datatransfer-methode Met deze methode is het mogelijk, de waardes van analoge en digitale C.M.I.-ingangen via ethernet (LAN) aan andere C.M.I.‘s over te dragen. Hierdoor kan data tussen gescheiden CAN-netwerken worden uitgewisseld. De datatransfer via ethernet geschiedt via UDP, Port 5441. Voorbeeld: De ontvangende C.M.I.
Pagina 92
Omschrijving uitgang Keuze van het ingangstype: CAN-Bus, Modbus, Datakabel of SMS. Keuze van de gewenste ingang Overname van de meetwaarde (momenteel geen andere invoermogelijkheid) Opgave van het IP-adres van de ontvangende C.M.I., waaraan de waarde wordt gezonden Opgave van het CAN-knoopnummer: De ontvangende C.M.I. krijgt aanvullend voor zichzelf dit virtuele knoopnummer.
Pagina 93
Intervaltijd 5 De waarde wordt in ieder geval iedere 5 minuten gezonden, ook indien deze zich sinds de laatste overdracht met minder dan 1 heeft gewijzigd (minimale waarde: 1 minuut). Verzendvoorwaarden voor digitale CoE-uitgang: Bij wijziging Ja/Nee Zenden van het bericht bij een toestandswijziging Blokkadetijd 10 Wijzigt de waarde binnen 10 sec.
Menu Status Dit menu levert informatie over de opgeslagen bestanden op de SD-kaart en verdere toestanden van de C.M.I..
Pagina 95
SD-kaart Indien de meegeleverde SD-kaart niet wordt gebruikt, dan dient op het volgende te worden gelet: De SD-kaart met bestandssysteem FAT16 of FAT 32 te zijn geformatteerd. SD-kaarten tot 4 GB geheugen kunnen probleemloos worden gebruikt. SD-kaarten tot 32 GB geheugen kunnen worden gebruikt, echter de weergave van het vrij beschikbare geheugen kan foutief zijn.
Door het aanklikken van deze button wordt het txt-bestand in de map event_log (gebeurtenissen en fouten) gewist. Bestanden van de SD-kaart naar de computer kopiëren Het betreffende bestand wordt met de rechter muisknop aangeklikt en de opslaglocatie op de computer geselecteerd.
Pagina 97
TCP-Sockets Deze pagina biedt een overzicht van de mogelijke netwerkverbindingen en is speciaal handig in de Expertmodus bij de foutenanalyse van netwerkproblemen.
Pagina 98
CAN-Bus In dit submenu kan de status van de CAN-Bus worden gecontroleerd. Ieder CAN-Busapparaat zendt iedere 10 seconden een Heartbeat aan de C.M.I.. Komt na 15 seconden geen signaal, dan wordt „Time-out“ voor het knooppunt weergegeven. Voorbeeld: Time-out van knoop 31 Door het aanklikken van het knoopnummer in dit submenu komt men direct in het menu van het betreffende apparaat.
Pagina 99
DL-Bus In dit submenu kan de status van de DL-Bus worden gecontroleerd. Komt er na 15 seconden geen signaal, dan wordt „Time-out“ van de dataleiding weergegeven. In bovenstaand voorbeeld is slechts één dataleiding aangesloten, daarom is bij DL2 een time-out zichtbaar.
Pagina 100
Logging In dit statusmenu kan worden gecontroleerd, of de ingestelde joggingmethode functioneert. Daarnaast kan worden vastgesteld, of de systeemtijd geldig is. Zonder geldige systeemtijd wordt er niet gelogd. Het kort uitgaan van de groene „POWER“-LED in regelmatige frequentie geeft een geactiveerde datalogging weer.
Pagina 101
Deze pagina geeft de actuela datatransfer "CAN over Ethernet" (CoE) weer. Nadere uitlag m.b.t. CoE is "Uitgangen / CoE (= CAN over Ethernet)" opgenomen. in het hoofdstuk...
Opmerking: De volgende garantiebepalingen beperken het wettelijke recht op garantie niet, maar vullen uw rechten als consument aan. 1. De firma Technische Alternative RT GmbH. geeft twee jaar garantie vanaf verkoopsdatum aan de eindgebruiker op alle door haar verkochte apparaten en onderdelen. Defecten dienen onverwijld na vaststelling en binnen de garantietermijn te worden gemeld.
Pagina 104
Google in de hiervoor beschreven aard en werkwijze en het hiervoor genoemde doel. Technische Alternative RT GmbH A-3872 Amaliendorf, Langestr. 124 Tel +43 (0)2862 53635 FAX +43 (0)2862 53635 7 mail@ta.co.at...