DRL (dagrijlicht)
Wanneer de schakelaar voor het dimlicht/het
passeerlicht in de stand
uitgeschakeld, worden de koplampen en DRL
afhankelijk van het omgevingslicht automatisch
in- en uitgeschakeld.
Wanneer het lichter wordt, wordt de DRL
ingeschakeld. Wanneer het donker wordt,
worden de dimlichten ingeschakeld en wordt de
helderheid van de DRL verlaagd tot de
helderheid van het parkeerlicht.
240
wordt
DRL
DRL automatisch inschakelen en DRL
uitschakelen
Telkens wanneer u de contactschakelaar op (On)
zet, wordt de DRL automatisch ingeschakeld.
Start de motor.
a
Selecteer de weergave van pop-upinformatie van
b
de DRL met de functieselectieschakelaar
Duw de functiehendel
c
deze naar achteren om de DRL in te stellen op
[AUTO] of [Dismiss].
Duw de functiehendel
naar voren
Trek de functiehendel
naar achteren
.
naar voren of trek